Het loslaten van de illusie van een vast, onafhankelijk zelf, zoals de Boeddha onderwees, leidt tot een directe ervaring van het proces van bestaan zoals het werkelijk is.
In plaats van vast te houden aan het idee van een permanent ‘zelf’ dat los van de wereld bestaat, komt de beoefenaar (M/V/X) tot het inzicht dat alle fenomenen—inclusief wat we beschouwen als ons ‘zelf’—voortdurend in beweging zijn. Dit staat bekend als het besef van vergankelijkheid (anicca), onbevredigendheid (dukkha), en het ontbreken van een vaste kern (anatta).
‘Direct ervaren’ houdt in dat je iets waarneemt of begrijpt zonder tussenkomst van concepten, mentale constructies, of interpretaties, dus zonder de vervormingen van het ego of de geest. Het gaat om een onmiddellijke ervaring die niet gefilterd wordt door denkpatronen, oordelen, of vooraf gevormde ideeën.
Wanneer de beoefenaar deze waarheden direct ervaart, ziet hij het bestaan niet langer door de lens van een afgescheiden en blijvend ‘ik’. In plaats daarvan ervaart hij de realiteit als een voortdurend proces van veranderende verschijnselen zonder enig vast punt. Deze directe ervaring van het bestaan bevrijdt de geest van dukkha,omdat er geen gehechtheid meer is aan de illusie van een blijvend zelf (van een ‘ziel’) of aan verlangens die lijden veroorzaken.
In deze bevrijde staat, die nibbana genoemd wordt, ervaart de beoefenaar de werkelijkheid zonder de tussenkomst van misvattingen en gehechtheid, wat leidt tot een diep gevoel van vrijheid en vrede. Hij ervaart de werkelijkheid—het proces van bestaan—zoals ze is: stromend, veranderend, en zonder vaste entiteiten.
Dit betekent dat de beoefenaar niet losstaat van de vergankelijke en veranderlijke aard van het bestaan (anicca), maar er juist een integraal onderdeel van is. Dit inzicht leidt tot een diep gevoel van verbondenheid in het besef dat alle verschijnselen deel uitmaken van hetzelfde voortdurende, veranderlijke proces van bestaan.