JANAMI PASSAMI

Een dhammanuvatti vraagt me naar de betekenis van het begrip ‘janami passami’ (P. en Skr.):

— janami = 1ste persoon enkelvoud van het werkwoord ‘jānāti’, wat ‘weten’ betekent. Het verwijst naar het ‘kennen’, ‘begrijpen’ of ‘realiseren’ van iets;

—passami = 1ste persoon enkelvoud van het werkwoord ‘paśyati’, wat‘zien’ betekent. Het geeft het ‘waarnemen’, ‘aanschouwen’ of ‘ervaren’ van iets aan.

Samengevoegd betekent de uitdrukking ‘janami passami’: ‘Ik weet en ik zie’ of ‘Ik begrijp en ik neem waar’.

Deze uitdrukking komt vaak voor in de context van de meditatiepraktijk, waarbij het verwijst naar het ontwikkelen van inzicht en bewustzijn van de geest en lichamelijke processen tijdens de meditatie.

Wanneer een meditator (LGBTQIA+) zich concentreert op zijn innerlijke ervaringen, kan hij deze uitdrukking gebruiken om aan te geven dat hij zich bewust is van wat er in zijn geest en lichaam gebeurt. Het is een manier om te benadrukken dat hij, zowel mentaal als fysiek, waarneemt en begrijpt wat er zich in het huidige moment aan hem presenteert en manifesteert = het ontstaan en vergaan van de verschijnselen, hun onbevredigdheid en zelfloosheid (P. tilakkhana). Dit bewustzijn en inzicht zijn belangrijke aspecten van de meditatiepraktijk, omdat ze helpen om de werkelijke aard (P. yatha-bhuta) van de geest en de werkelijkheid te doorgronden (P. vipassana) en uiteindelijk tot bevrijding (P. vimutti) te komen.

Het begrip ‘janami passami’ verwijst zo naar het innerlijk ‘weten, zien of ervaren’ van de waarheid, het hogere bewustzijn of de essentie van het bestaan. Het suggereert een diep inzicht, een directe experiëntiële waarneming of een spirituele realisatie van de realiteit voorbij de oppervlakkige, geconditioneerde, zintuiglijke werkelijkheid.