DHAMMACAKKAPPAVATANA SUTTA

… Bij Boeddha’s aankomst in het Hertenkamp hadden de vijf asceten, waarvan de namen in de Pali-canon zijn bewaard gebleven (Kondanna, Mahanama, Bhaddiya, Vappa en Assaji) afgesproken hem niet te begroeten , omdat zij ervan overtuigd waren dat hun vroegere deelgenoot het ascetische pad verlaten had. Maar toen zij hem opmerkten, kwamen zij zo onder de indruk van zijn eclatante uitstraling dat zij meteen opstonden en hem piëteitsvol verwelkomden.

Na de gebruikelijke begroeting gaf de Boeddha zijn eerste voordracht: de Dhamma Cakka Pavattana Sutta. In één woord: de Dhammacakkappavattana Sutta. Zo zette hij het Wiel van de Dhamma in beweging.

Eens verbleef de Verhevene in het Hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi. Daar sprak hij de Groep van Vijf Gezellen als volgt toe: 

I. [—De twee uitersten en de Middenweg—] 

“Monniken, een samana hoort de volgende twee uitersten niet te beoefenen. 

Welke twee ? 

Het nastreven van geluk door zintuiglijk genot, wat laag, vulgair, ordinair en onedel is en niet tot welzijn leidt. 

Het nastreven van een strict ascetisme, wat pijnlijk en onedel is en niet tot welzijn leidt. 

De Verhevene is—door beide uitersten te vermijden—ontwaakt aan de Middenweg, die zien en weten oplevert, en tot innerlijke vrede, direct begrip, ontwaken en Nibbana leidt. 

En wat is die Middenweg die zien en weten oplevert en tot innerlijke vrede, direct begrip, ontwaken en Nibbana leidt ? 

Het is het Edele Achtvoudige Pad, namelijk: zuiver begrip, zuivere intentie, zuiver spreken, zuiver handelen, zuiver levensonderhoud, zuivere inspanning, zuivere aandacht en zuivere concentratie. 

Dit, Monniken, is de Middenweg, die zien en weten oplevert en tot innerlijke vrede, direct begrip, ontwaken en Nibbana leidt.  

II. [—De Edele Waarheden—] 

“Dit, Monniken, is de Edele Waarheid over het lijden (P. dukkha sacca):Geboorte is dukkha. Ouderdom is dukkha. Ziekte is dukkha. Dood is dukkha. Verdriet, treuren, pijn, droefheid en ellende is dukkha. Samen-zijn met vijanden is dukkha. Gescheiden zijn van vrienden is dukkha. Niet krijgen waar je van houdt, is dukkha. Samengevat: de vijf khandha’s zijn dukkha.” 

“En dit, Monniken, is de Edele Waarheid over de oorsprong van het lijden (P. samudaya sacca): 

Het is het verlangen dat tot verder bestaan leidt, verbonden is met plezier en lust, en hier en daar naar genot zoekt. Het is summier: verlangen naar zintuiglijk genot (P. kama tanha), verlangen naar bestaan (P. bhava tanha), en verlangen naar niet–bestaan (P. vibhava tanha).” 

“En dit, Monniken, is de Edele Waarheid over de beëindiging van het lijden (P. nirodha sacca): 

Het is het complete verdwijnen en vernietigen van verlangen; het verlaten, loslaten, afstand doen en zich bevrijden van verlangen.” 

“En dit, Monniken, is de Edele Waarheid over de weg die leidt naar de beëindiging van het lijden (P. magga sacca): 

Het is het Edele Achtvoudige Pad, namelijk: zuiver begrip, zuivere intentie, zuiver spreken, zuiver handelen, zuiver levensonderhoud, zuivere inspanning, zuivere aandacht en zuivere concentratie. 

III. [—Drie rotaties en twaalf aspecten—]

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Dit is de Edele Waarheid van het lijden’. [P. pariyatti]


“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Dit lijden, een Edele Waarheid, dient volledig begrepen te worden’. [P. patipatti]

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Dit lijden, een Edele Waarheid, is volledig begrepen’. [P. pativedha]
 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Dit is de Edele Waarheid over de oorzaak van het lijden’. [P. pariyatti] 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:

‘Deze oorzaak van het lijden, een Edele Waarheid, moet losgelaten worden’. [P. patipatti] 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Deze oorzaak van het lijden, een Edele Waarheid, is volledig losgelaten’. [P. pativedha]
 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Dit is de Edele Waarheid over de beëindiging van het lijden’. 

[P. pariyatti] 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:

‘Deze beëindiging van het lijden, een Edele Waarheid, moet gerealiseerd worden’. [P. patipatti]

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:
‘Deze beëindiging van het lijden, een Edele Waarheid, is gerealiseerd’. [P. pativedha]


“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Dit is de Edele Waarheid van het Pad dat leidt naar de beëindiging van het lijden’. [P. pariyatti] 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Het Pad dat leidt naar de beëindiging van het lijden, een Edele Waarheid, moet gecultiveerd worden’. [P. patipatti] 

“Betreffende wat ik voorheen nooit gehoord had, Monniken, verscheen zien, verscheen weten, verscheen wijsheid, verscheen begrip, verscheen licht in mij:


‘Het Pad dat leidt naar de beëindiging van het lijden, een Edele Waarheid, is gecultiveerd’. [P. pativedha]
 

IV. [—Persoonlijke kennis van de Boeddha—] 

“Monniken: zolang mijn zien en weten over deze Vier Edele Waarheden zoals ze werkelijk zijn—met hun drie rotaties en twaalf toestanden—nog niet grondig helder was, beweerde ik niet dat ik het Hoogste Ontwaken bereikt had: het correcte Volledige Ontwaken dat onovertroffen is in deze wereld met haar goden, haar Mara’s en Brahma’s, met haar generatie van monniken en priesters, met haar koningen en onderdanen. 

Maar sinds mijn zien en weten over deze Vier Edele Waarheden zoals ze werkelijk zijn—met hun drie rotaties en twaalf toestanden—grondig helder werd, beweer ik wel dat ik het Hoogste Ontwaken bereikt heb: het correcte Volledige Ontwaken dat onovertroffen is in deze wereld met haar goden, haar Mara’s en Brahma’s, met haar generatie van monniken en priesters, met haar koningen en onderdanen. 

Zien en weten verscheen in mij: ‘mijn bevrijding van geest is onwrikbaar; dit is de laatste geboorte; nu is er geen verdere toestand van bestaan.’“ 

V. [—Het Dhamma–Wiel in beweging—] 

Zo sprak de Verhevene.

En de Vijf Metgezellen waren tevreden en verheugden zich in de woorden van de Verhevene. En terwijl de uitleg over de Vier Edele Waarheden door de Verhevene uitgelegd werd, verscheen in de Eerwaarde Kondanna het zuivere en onbezoedelde weten van het Dhamma-oog: ‘Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan.’ 

En toen het Dhamma–Wiel door de Verhevene in beweging gezet was, uitten de aardgeesten de volgende kreet: 

‘In het Hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi, heeft de Verhevene het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Mara, Brahma, of door wie dan ook gestopt kan worden!” 

En de Goden van de Vier Grote Koningen hoorden die kreet van de aardgeesten, en zij uitten de volgende kreet: 

“In het Hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi, heeft de Verhevene het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Mara, Brahma, of door wie dan ook gestopt kan worden!” 

En op deze manier hoorden ook achtereenvolgens de Tavatimsa -goden, de Yama -goden, de Tusita -goden, de Nimmanarati -goden, en de Paranimmitavasavatti- goden deze kreet, en zij herhaalden die kreet na haar te horen: 

“In het Hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi, heeft de Verhevene het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Mara, Brahma, of door wie dan ook gestopt kan worden!” 

En de Brahma- goden hoorden die kreet van de Paranimmitavasavatti- goden, en zij uitten de volgende kreet: 

“In het Hertenpark van Isipatana, nabij Varanasi, heeft de Verhevene het onovertroffen Dhamma–Wiel in beweging gezet, wat door geen enkele monnik, priester, god, Mara, Brahma, of door wie dan ook gestopt kan worden!”

En dus op dat moment, op dat eigenste ogenblik, rees die kreet omhoog tot aan de Brahma- werelden. En het tienduizendvoudige wereldsysteem schokte, trilde en beefde, en een prachtig onbegrensd licht verscheen in de wereld, wat de schittering van de goden ver overtrof. 

En toen uitte de Verhevene deze geïnspireerde woorden: “Versta je het, Kondanna? Waarlijk: Kondanna verstaat het, Vrienden!”

En zo verkreeg de Eerwaarde Kondanna de naam ‘de Weter’—hij die het verstaat; hij die het wéét. 

Nadat Kondanna als eerste de Leer begreep, volgden al vlug ook de andere Vier Gezellen: zien en weten rees in hen op en zij uitten volgende udana:

❛ Onwankelbaar is onze bevrijding. Dit is onze laatste geboorte. Vanaf nu is er geen wedergeboorte meer. 

Door te klikken op de bovenstaande foto kan je luisteren naar de chanting van deze sutta in de Pali-taal.