EEN OPDRACHT EN EEN WENS

Bouw onverstoorbaar verder aan je vormloze stupa. Met vallen en opstaan. Met ontstaan en vergaan. Telkens met minder verlangen en minder hechting. Steevast met meer volharding. Adhitthana.

In de vaste overtuiging dat er een realiteit bestaat voorbij je begrensde zintuiglijke werkelijkheid. Een bewustzijn dat zich eonen verder uitstrekt dan de beperkte en geconditioneerde bevrediging die je alledaagse blind rondtasten in deze wereld biedt.

Een ruimte die zich niet laat exploreren door kennis. Een leegte waar de homo sapiens niet thuis geeft. Organische wijsheid zonder intellectuele ballast. Een ruimte die zich niet buiten je bevindt. Niet van je afgezonderd is. Maar diep in je bestaat. Als een onzichtbaar bas-reliëf in je geest gedrukt is.

Dick Verstegen refereerde onlangs in het Boeddhistisch Dagblad  naar een gesprek dat hij, jaren geleden, had met Jiun Hogen Rôshi, de huidige abt van het Noorderpoort-klooster in Wapserveen, die hem toen, out of the blue, vertelde dat ‘je alleen maar een smeltend ijsblokje hoeft te zijn’. 

Ik vind dit zulke prachtige metafoor dat ik haar hier ook wil vermelden. ‘Smelten als een ijsblokje’ gaat niet over een passief verdwijnen, maar juist over volledig jezelf worden. Smelten. Opgaan in het Geheel. Opgaan in jezelf. In de Ruimte. In de Leegte.

Een leegte die je enkel experiëntieel kan gewaar worden. Ervaringsgewijs. In stilte. Zonder woorden. Zonder concepten. Zonder decor & decorum. Zonder illusie. Op een zafu. Op een meditatiematje. Met slechts een witte muur als zintuiglijke begrenzing. Pure wijsheid. Bhavana-maya panna.

Wéét dat je tocht door samsara een aflopend verhaal is. Ga de stroom binnen. Wees—conform de instructies van de Meester—een licht voor jezelf. Wees een eiland dat niet door de tsunami’s van onwetendheid, verlangen en afkeer kan overspoeld worden. Atta dipa viharatha. 

Realiseer jezelf. Door aandacht en gelijkmoedigheid. Creëer de oorzaken en voorwaarden voor jouw bevrijding uit dukkha. Nu. In dit moment. In elk moment. Op jouw persoonlijke inzet komt het aan. Het eiland, respectievelijk de lamp, waarover de Boeddha in de sutta’s spreekt, dat ben jijzelf. 

De Boeddha in de Mahaparinibbana Sutta:  

Daarom, Ananda, wees een licht voor jezelf. Vertrouw niet op hulp van buitenaf. Vertrouw enkel op jezelf. Hou altijd de waarheid voor ogen en zoek alleen daarin je heil. Zoek niet naar hulp van buitenaf.

De Boeddha had geen hoge pet op van mensen die slechts geloofden wat anderen zegden (P. anitiha). Blind ‘geloven’ wat anderen zeggen noemde hij dwaasheid. En voor hen die enkel zijn woorden beluisterden zonder de betekenis te begrijpen gebruikte hij het woord padaparama. 

Daarentegen prees hij in diverse leerredes diegenen die zélf achter de waarheid van de feiten aangingen.

De Boeddha raadde iedereen aan om ‘zelf te kijken’. Hij benadrukte dat de beoefenaar niet het woord van een leraar of een overgeleverde tekst tot waarheid moet nemen, maar zijn eigen innerlijke en uiterlijke wereld aandachtig moet observeren om te zien wat wáár is. 

Spiritueel ontwaken is een persoonlijke opdracht. Een levenstaak. De dhammanuvatti die tot inzicht wil komen kan enkel op zichzelf steunen en niet op dingen buiten hem. 

In de Dhammapada  bezwoer de Boeddha zijn volgelingen nadrukkelijk:

Atta hi attano natho—ieder is zijn eigen beschermer.

Hij raadde zijn discipelen in de Kalama Sutta aan om aandachtig al zijn leerstellingen te onderzoeken. Uit te pluizen. Forensisch te verifiëren.

Vertrouwen (P. saddha) hebben in je spirituele praktijk betekent dus dat je de mogelijkheid aanvaardt dat je het bij het verkeerde eind kunt hebben. Dit is Vrij Onderzoek—de mentale ingesteldheid die duisternis verdrijft. 

En als je op een bepaald moment voelt dat je een verkeerde keuze gemaakt hebt, dat je een methode gebruikt die je niet verder brengt in je spirituele ontwikkeling, keer dan op je stappen terug. Dat is niet erg. De ascetische periode van de Boeddha in het Dungeswari-gebergte was ook een duidelijk verkeerde keuze. Je vertoeft dus in uitmuntend gezelschap.

Wat ik wil duiden is dat elke dhammanuvatti op een radicale, niets onthullende manier op zijn eigen limieten kan (en zal) botsen. Op de grens van het niet-weten. Deze grens is de voedingsbodem voor wijsheid. Dit is het substraat dat er voor zal zorgen dat de beoefenaar de stroom betreedt. Dat hij de Rubicon oversteekt. Dat hij/zij/ inzicht verwerft in zijn/haar/wereldse situatie (P. lokiya) én verbinding maakt met het transcendentale niveau (P. lokuttara). 

In mensentaal gezegd: duidelijk het onderscheid ‘ervaart’ tussen de relatieve zintuiglijke realiteit (de illusie, de begoocheling) en de absolute werkelijkheid (datgene wat wáár is). In de Pali-canon wordt dit uitzonderlijk moment gotrabhu-citta  genoemd. 

Dit is het diepe inzicht dat ik je toewens. Het inzicht dat je innerlijke vrede schenkt. Dat je laat ervaren wie je écht bent. Wie je in oorsprong bent. Een buddhankura. Een Boeddha in wording. Spiegel je daarom aan de Man in wiens voetsporen je loopt. Dompel je onder in de essentie van Zijn leer. Laaf en verzadig (P. pharati) je aan zijn oorspronkelijke inzichten van wijsheid en mededogen. Aan panna en karuna.

Associëer je met de Rebel die het Vrij Onderzoek predikte en met trial & error tot Zelfrealisatie kwam. Die het geloof in goden negeerde omdat ze geen bevrijding in zich dragen. Die het kastenstelsel verwierp en elke discriminatie uitsloot. Neem op je levensreis deze Dwarsligger, deze Grote Man—deze Mahapurisa—als richtsnoer. Laat Hem het schietlood zijn voor je gedachten, woorden en daden. Jouw passer en winkelhaak.

Loop dezelfde weg die Hij liep. Het Middenpad. Ontdaan van extremen. Niet achter Hem. Maar naast Hem. In Hem. Zijn lege zetel van ontwaken staat voor je klaar. Buddham saranam gacchami. 

Sukhita hotha, dukkha muccutha —Moge je gelukkig zijn. Bevrijd van lijden.