DE SMAAK VAN BEVRIJDING

In de Anguttara Nikaya zegt de Boeddha het volgende:

Net als de oceaan één smaak heeft—de smaak van zout—zo heeft de Buddhadhamma één enkele smaak, de smaak van bevrijding.

Dhamma laat zich niet opdelen in verscheidenheid. Er is slechts één natuurwet. De eeuwige wet. Het is de ‘universele wet’: onmetelijk, onpersoonlijk en onpartijdig. Dhamma sanantano. 

Het Pali-woord ‘sanantano‘ slaat op de kenmerken van oorspronkelijkheid, altijddurend, fundamenteel en absoluut. Dit zijn kenmerken die—in theïstische systemen—exclusief voorbehouden worden aan de goden. Hier associeert de Boeddha deze kenmerken met Dhamma—de natuurwet, de kosmische wet. Op deze manier verleent hij het natuurlijke proces dat het bestaan beheerst een compleet goddelijke status. 

Er valt geen essentieel onderscheid te onderkennen tussen de veelheid aan boeddhistische scholen, strekkingen en stromingen. Je kan het een andere naam geven; anders benoemen. Je kan een andere methode gebruiken om het te duiden. Of het een andere interpretatie geven. Maar ondanks al deze zogenaamde decalages blijft de finaliteit dezelfde. 

Wat erop wijst dat de verschillende boeddhistische scholen slechts vaardige hulpmiddelen (P. upaya’s) tot ontwaken zijn. Het zijn voertuigen (P. yana’s) naar zelfrealisatie (P. nibbana) toe. Niets meer. Niets minder. Op deze manier taxeert een alerte beoefenaar ze op hun juiste waarde.

Al deze boeddhistische stromingen, strekkingen en lineages vertrekken uit dezelfde bron. Maar ze benaderen de buddhasasana vanuit een verschillend perspectief. Daar is niets mis mee, zolang de dhammanuvatti maar helder beseft dat het interpretaties zijn van wat de Boeddha predikte. Uiteenlopende expressies van wat Dhamma is en inhoudt. 

Deze verschillende verduidelijkingen zijn een rechtstreeks gevolg van het vrij onderzoek dat de Boeddha predikte in o.m. de Kalama Sutta. Op deze manier beschouwd vergroten de verschillende boeddhistische stromingen niet enkel het inzichtelijk draagvlak, maar dragen zij bij tot het uitdragen van de Dhamma zelf. 

Al deze stromingen, strekkingen en lineages zijn als vingers die naar de maan wijzen. Maar voor alle duidelijkheid: ze zijn de maan niet. De beoefenaar die ze als de maan beschouwt, bezondigt zich aan sektarisch dogmatisme. Loopt in bochten rond de essentie.  

Het is vooral door buddharupa—rituelen, religieuze praktijken, hiërarchie, structuren en overkoepelende organisatievormen—dat ze zich van elkaar onderscheiden. 

De uiterlijke vormen waarvan ze zich bedienen om de Dhamma uit te dragen raken evenwel de essentie niet. De dhammanuvatti die hier doorheen kijkt, krijgt de eenheid van Dhamma te zien. De kwintessens van de Leer. Wat er écht toe doet. Wat voorbij decor & decorum gaat. Voorbij het dogmatische, het sektarische, het onbedoelde, het verkeerd begrepene. Kortom: voorbij het ‘ik’.

Vaardige hulpmiddelen mogen echter nooit een splijtzwam vormen. Indien ze dat wél doen is Mara aan het werk. Duikt dualiteit op. En met zulke geveinsde verscheidenheid loert onwetendheid (P. avijja) om de hoek. Dan zijn het op slag geen hulpmiddelen meer, maar aberrante onrustzaaiers.

De buddhavacana—het woord van de Boeddha—staat voor het experiëntieel ervaren van het Proces, de natuurwet, de kosmische wet. Daardoor is Dhamma een wijsheid die voorbij woorden en concepten gaat. Ook voorbij tijd en dus voorbij elke gemanipuleerde geschiedkundige duiding en elk maatschappelijk opportunistisch eigenbelang. Ekayana: universele Dhamma.

Dhamma is ervaringsinzicht. Daardoor laat het zich niet in structuren gieten. Niet in stromingen, tradities en lineages. Dat zijn slechts interpretaties van woorden en concepten. Afgietsels van inzicht. Maar géén Dhamma. Identificeer je daarom niet met structuren. Wandel ervan weg. Resoluut. Ze sporen niet met inzicht. Ze conformeren zich niet met de ware aard van de dingen. Niet met yatha-bhuta.

Geef onwetendheid geen kans. Laat je niet meeslepen door ook maar enige tweedeling. Nooit. Loop niet achter zulke hardroepers in de woestijn. Zij volgen de Boeddha-weg niet. Zij hanteren een andere agenda. Een dogmatische, sektarische benadering is niet het Pad van de Boeddha. Is niet de Middenweg. Dhamma is één. Dhamma heeft maar één smaak. De smaak van bevrijding. Vimutti. Point final.

Hou het Pad onbezoedeld. Zuiver. Puur. Observeer en ervaar hoe helend het is om over de (kunstmatige) muurtjes te kijken. Om te zien wat ons verbindt. Niet om te bakkeleien over wat ons (zogezegd) scheidt.