BHANGA

Vandaag een korte reflectie over een bijzondere meditatieve ervaring. Bhanga (P.) is de gemoedstoestand van complete desintegratie. Van het razendsnel ‘oplossen’ van alle verschijnselen die zich aan de beoefenaar manifesteren. De gedachten die verdwijnen op het moment dat ze verschijnen. Alle fenomenen ontstaan om onmiddellijk daarna weer te vergaan: het is de energiestroom—de free-flow van bewustzijn die door het hele lichaam giert zonder dat het enig obstakel ontmoet. Waardoor de beoefenaar ervaart dat zijn hele lichaam en geest oplost in trillingen, in vibraties, in kleine sub-atomaire energiedeeltjes (P. kalapas). 

Wat de beoefenaar vroeger als een eenheid (lichaam en bewustzijn) ervoer, valt nu uit elkaar. De verschijnselen desintegreren constant en permanent. De dhammanuvatti ervaart dat er géén ‘ik’ is, géén ‘persoon’.

Alle lichamelijke en mentale verschijnselen ontstaan en vergaan—een continu proces van razendsnel ontstaan en vergaan. Een flow van eeuwige verandering.

De beoefenaar beseft: er is géén ‘zelf’. Er bestaat géén eeuwige ‘ziel’. Elke creatie blijkt een illusie. Géén énkel concept blijft overeind.

Bhanga is een ontzettend vreugdevolle toestand, maar overstijgt niet onze geest/lichaam-structuur. Het is uitsluitend het gevolg van een verhoogde zintuiglijke opmerkzaamheid. Het is géén transcendente ervaring. 

Deze desintegratie, dit ‘oplossen’, dit uit-elkaar-vallen bevindt zich volledig binnen de sfeer van het verkrijgen van inzicht in het verdwijnen van het ‘ik’ als een separate entiteit, afgezonderd van het geheel d.m.v. het voortdurend intensief vestigen van aandacht op dit ‘ik’ (P. bhanga-nupassana-nana).

Bhanga maakt de beoefenaar diep bewust van het permanente ontstaan en vergaan in zijn complete mentaal-fysische entiteit: zijn ‘ik’ is niets anders dan energiedeeltjes die bij elkaar komen en weer uit elkaar gaan. Vibraties. De beoefenaar verdwijnt…, lost op… Anicca.

Door observatie van bhanga begrijpt de beoefenaar de waarheid over materie (P. rupa) en geest (P. nama): hij ervaart de ultieme werkelijkheid van materie en van geest als louter vibreren, louter veranderen: vibreren…, veranderen… een eeuwige flow van energie, die zich steeds wijzigt en nooit meer hetzelfde wordt. Niets is permanent.

Deze diepe ervaring bevestigt aan de beoefenaar de diepe waarheid die in de laatste woorden van de Boeddha schuilt: 

Anicca vata sankhara—Alle geconditioneerde dingen zijn vergankelijk.