HET PROCES

De Boeddha zag het universum als een constant leeg proces, niet geschapen door enige creator, tijdloos, zonder obstructie, onbelemmerd, moeilijk waarneembaar, maar onweerlegbaar, onuitputtelijk en onstuitbaar. Afhankelijk ontstaan.

Paticca samuppada als onveranderlijk principe. Als natuurwet. Als kosmische wet. Als het fundamentele principe dat het bestaan een proces is van een veelheid van subtiele, niet verder analyseerbare elementen van materie, geest en externe krachten. Als de modus operandi waarop de dingen werken.

Met als conclusie dat wie de onderlinge verbondenheid van de dingen ziet (de heelheid van alles, van ontstaan en vergaan, van geboorte en dood), de Dhamma ziet.

Concreet: de beoefenaar die het proces van de vergankelijkheid van de verschijnselen (P. anicca) begrijpt én aanvaardt, begrijpt de leer van de Boeddha. En bevrijdt zichzelf uit dukkha.

Observeer dit proces. Onbevangen. Zoals het is. Zonder verlangen. Zonder afkeer. Kijk ernaar met de ogen van een Boeddha.