DE DIEPE WERKELIJKHEID

The Bodhisattva Avalokiteshvara (circa 1000 AD) in the Victoria and Albert Museum in central London in the United Kingdom.

In de Anattalakkhana Sutta, verhaalt de Boeddha hoe hij ‘met zijn goddelijk oog’ zag dat niets een onveranderlijke kern bezit. Anatta. Dat alles uiterst vluchtig is en niet substantieel. Hij zag dat alle verschijnselen ‘leeg’ (P. sunna) zijn aan een eigen onafhankelijk zelf: de lege en niet-substantiële natuur van alle fenomenen, van alle dhamma’s.

Anatta is de diepe werkelijkheid die ten grondslag ligt aan alle verschijnselen. In geen enkel verschijnsel kan een ‘zelf’ aanwezig zijn vermits elk fenomeen voor zijn ontstaan, bestaan en vergaan afhankelijk is van een multitude aan oorzaken (P. hetu’s) en voorwaarden (P. paccaya’s).

Maar, contradictio in terminis, wanneer we aandachtig observeren draagt deze ‘leegte’ ook de oneindigheid van alle dingen in zich. Het schraagt het eeuwige proces van verandering waar alle vormen van doordrongen en verzadigd zijn.

De yogi die deze leegte in zichzelf realiseert, ziet de Dhamma. Hij ontwaakt, wordt wakker. Hij ‘ziet’ wat er in werkelijkheid gebeurt. Hij ‘ervaart’ wat zich voor zijn ogen afspeelt.

Ontwaken onthult anatta—het niet-iets van de verschijnselen in haar volle glorie. Het maakt de beoefenaar duidelijk dat niets los staat van alle andere dingen.