DE BOEDDHA WAS GEEN DROMER

De Boeddha was geen dromer. Dat blijkt duidelijk uit de Kalama Sutta. Hij baseerde zich op de realiteit zoals ze wérkelijk was. Op de natuurwet. Op Dhamma. Niet op tradities; niet op geruchten; niet op vermoedens; niet op gissingen; niet op axioma’s; niet op het aanvaarden van zienswijzen na overpeinzing; niet op waarschijnlijkheid; niet op wat anderen gezegd hadden…

… Maar op datgene wat hijzelf persoonlijk zag en experiëntieel ervoer. Paccanubhoti. Dat is wat hij nadien voor zijn volgelingen samenvatte als de Vier Edele Waarheden. Of iets anders geformuleerd: wat de Boeddha zag als de Vier Realiteiten die een Edele Volgeling voor ogen moet houden.

En nog een stapje verder: de beoefenaar moet deze Vier Waarheden in zichzelf ‘realiseren’. 

Wat betekent deze ‘realisatie’?

De yogi moet deze Vier Edele Waarheden leren ‘kennen’ en ‘weten’ (P. janami passami) in hun drie rotaties en twaalf aspecten—wat wil zeggen dat élk van deze Waarheden begrepen (P. pariyatti), beoefend (P. patipatti) en in jezelf gevestigd moet worden (P. pativedha).

Herlees de laatste paragraaf eens aandachtig. Dit is kernhout. De nagel op de kop. Geslagen door de Boeddha zelf. In zijn eerste voordracht in het Hertenkamp in Sarnath. 

Mijn integrale vertaling vanuit het Pali naar het Nederlands kan je vinden op onze Ehipassiko Academie Yatha-bhuta website: https://yatha-bhuta.com/het-wiel-van-dhamma-in-beweging/