Eénmaal de dhammanuvatti de Andere Oever bereikt heeft, is het vlot niet meer nuttig. De beoefenaar hoeft het vlot niet verder mee te zeulen als een persoonlijke verworvenheid, als een trofee, als een tijdverdrijf, wanneer hij het einde van alle verlangen (het niet-verlangen; het niet-hunkeren); het Ongeborene (P. ajata); het Doodloze (P. amata); het Ongeconditioneerde (P. asankhata); kortom bevrijding (P. vimutti) bereikt heeft.
Laat achter wat niet meer nuttig is op het spirituele pad. Het is overbodige ballast.