OVER WOORDEN, CONCEPTEN & INZICHT

De essentie van onze beoefening moet liggen op inzicht in de Dhamma. In het begrijpen van de Leer. Door—met helder begrip—diep inzicht te verwerven in het Proces. In het NU. Door ons niet te verliezen in woorden en concepten van 2.500 jaar oud. Door de doolhof van interpretaties te vermijden. Concreet: door Dhamma als één te beschouwen. Ekayana magga. 

Door Dhamma in jezelf te integreren. Door de stroom te zien. Door de stroom te betreden. Door finaal de stroom te zijn.

De Boeddha is uiterst duidelijk wat de hoedanigheden van Dhamma zijn. Wat tot de kern van Dhamma behoort. Wat haar kenmerken zijn. In de Mahanama Sutta, Anguttara Nikaya 11.13, zegt hij: 

De Dhamma is uitstekend [door mij] verkondigd; rechtstreeks gevestigd in waarheid; resultaatgericht; iedereen uitnodigend om te komen kijken; rechtstreeks leidend naar het doel; om individueel ervaren te worden door de wijzen.

Kan het duidelijker én eenvoudiger verwoord worden? Straight. In plain Pali. Zonder bochten of omwegen. De taal van een Sammasambuddha

Spijtig wordt de Leer van de Boeddha (P. Buddhadhamma) op allerlei manieren omwikkeld en van essentie ontdaan. Uit- en aangekleed. Gemummifieerd. Gefnuikt. A la tête du client. Bewust en onbewust.

Zo verschijnt een onzorgvuldig vertaalde Leer waar de intrinsieke betekenis enerzijds verborgen blijft en anderzijds verschaalt verschijnt. Georchestreerd door weliswaar wetenschappelijk kundig opgeleide woordkunstenaars maar zonder enige meditatie-ervaring. Door naarstige goochelaars die woorden en concepten als ballen in de lucht houden. Als ordinaire ballen waar de vorm (de ballen) de inhoud (de aandacht, de behendigheid) overschaduwt. Waardoor de intrinsieke betekenis van Dhamma verduisterd wordt of—in het meest extreme geval—zelfs compleet de mist ingaat. En zo onwezenlijk aan de beoefenaar verschijnt. Als een onverstaanbare hoop woorden. Niet coherent. Niet consistent. Een mala. Meestal goed bedoeld, maar onzorgvuldig. Zonder enige stopknop. Vanuit Pali naar een andere taal. En zo van taal naar taal.

Zo verschijnt de door de Boeddha de ‘uitstekend verkondigde Dhamma’ als een proliferatie van onzorgvuldigheid. Interpretaties die en fin de compte slechts de twijfel van de auteurs ventileren. Maar ondertussen ook de twijfel van de lezers aanwakkeren. Het spiritueel vernietigende vuur van twijfel brandstof geven. Upadhi.  Opnieuw en opnieuw. 

Woorden en concepten zijn de Dhamma niet. Zelfs met de grootst mogelijke zorgvuldigheid zijn woorden en concepten slechts aanwijzers. Ook de woorden die jij nu aandachtig leest. Het zijn slechts richingaanwijzers naar ervaringsgericht inzicht, naar direct experiëntieel ervaren. Paccanubhoti. 

Daarom concreet deze aanbeveling: Indien het geen richtingaanwijzers voor je zijn, zijn het slechts dwaallichtjes die je zo snel mogelijk moet neutraliseren door aandachtig te kijken. Door zelf alert te observeren. Zélf.

Waarom zijn woorden en concepten slechts richtingaanwijzers?

Dhamma laat zich niet vatten in woorden en concepten omdat het—zoals alle geconditioneerde verschijnselen—efemere, vergankelijke begrippen zijn. Compleet onderhevig aan de drie kenmerken van het bestaan (P. tilakkhana). 

In tegenstelling tot woorden en concepten is Dhamma—als het natuurlijk proces van het bestaan—tijdloos. Hierdoor kan Dhamma niet intellectueel maar uitsluitend direct experiëntieel gerealiseerd worden. Door een realisatie die élk moment verzadigt. Door een realisatie die zich voltrekt in élk moment. Als een cyclische rijpingsproces: van het ene NU-moment in het volgende NU-moment. En niet in een (ver) verleden of een illusoire toekomst.

Specifiek naar een rigoureuze beoefening toe: een vertaling die niet gegrond is in diepe meditatie P. samadhi)—een omzetting uit het Pali die niet stevig geworteld en verzadigd is door meditatieve concentratie—is dor, schraal en inhoudloos naar beoefening toe. Dat is ook de reden waarom zulke—van experiëntieel inzicht verschoonde—teksten warrig en wollig aanvoelen.

Filologie kán een vaardig hulpmiddel zijn voor helder inzicht en diep begrip in Dhamma. Maar is dit niet d’office. Slechts wanneer de lectuur en de beoefening van Dhamma-teksten (de sutta’s; commentaren op de sutta’s en inzichtrijke dhammatalks en dhammaboeken) de voorwaarden scheppen voor bevrijding uit dukkha—en op deze manier van de dhammanuvatti een stroombetreder maken—noemde de Boeddha het ‘heilzaam’Taalkunde is een erg zinvolle bezigheid maar hou steeds voor ogen dat het een compleet andere tak van sport is dan bevrijding uit dukkha

Net zomin als Dhamma een filologie of een religie is, is het evenmin een filosofie die een interpretatieve invulling wil geven van het bestaan. Evenmin is Dhamma een religie ter staving en rechtvaardiging—als spil waar het universum op draait—van een creator, god, opperbouwmeester. Dhamma staat uitsluitend voor de natuurwet, de kosmische wet waaraan alles onderworpen is. Dhammo santano. 

Naast filologische onzorgvuldigheid bestaat er een ander veel voorkomend  euvel. Veel beoefenaars slaan een dwaalweg in door zich onder te dompelen in allerlei metafysische bespiegelingen. Door zich te identificeren met ideële interpretaties en er een syncretisch amalgaam van te maken. Vergeet nooit dat elke voorkeur (P. rati) tot verlangen (P. lobha, tanha) leidt en elke afwijzing (P. arati) afkeer (P. dosa, vyapada) oproept.Verlangen en afkeer spruiten voort uit onwetendheid (P. avijja) waardoor ‘worden’—het ‘ik’, ‘mij’, ‘mijn’— veroorzaakt wordt (P. bhava).  Het fixeren op en het vasthouden aan transcendente overwegingen leidt nooit tot bevrijding uit dukkha, zegt de Boeddha.  Buiten het permanent aandikken van het ego—het ‘worden’; het steeds opnieuw geboren worden (P. bhava)—is het resultaat nihil. 

Inzicht in Dhamma handelt over bevrijding (P. vimutti). Bevrijding uit onze onvrede (P. dukkha). Dáár ligt de kwintessens van de leer van de Boeddha. Dat is waar hij resoluut naar verwees in zijn eerste twee voordrachten in Sarnath.  

Ontwaken, wakker worden, zelfrealisatie staat voor inzicht in de Vier Waarheden van een Edel Mens (P. cattari ariya saccana): het begrijpen van dukkha; het loslaten van de oorzaak van dukkha; het realiseren van de bevrijding uit dukkha en het cultiveren van het pad dat leidt tot de bevrijding uit dukkha.

Elk van deze Vier waarheden moet je in jezelf realiseren. Herkennen (P. pariyatti), erkennen door beoefening (P. patipatti) en er één mee worden (P. pativedha).

Dít is de Boeddhaweg. Er is geen andere. Loop met een grote bocht rond de dingen die je niet tot bevrijding brengen. Verlies er geen tijd mee. Want als je dit doet, doe je jezelf schromelijk tekort.

Besef dat jouw tijd om inzicht te verwerven uiterst beperkt is. Kijk uitsluitend in de richting van de dingen waardoor je tot stroombetreding komt. Schep zélf het klimaat en de voorwaarden waardoor je de stroom betreedt. Zo transformeer je tot een Boeddha-in-wording. Doof uit (P. sitibhava). 

De Dhammapada wijst in deze richting: 

Zij die de leegte en de ongeconditioneerde bevrijding ervaring hebben: hun spoor is moeilijk te volgen—zoals het spoor van vogels in de lucht.

________

1 Sammasambuddha (P.):  letterlijk: ‘de volkomen Ontwaakte, die volledig uitgedoofd, het parinibbana is binnen gegaan’. Het is een veelvuldig gebruikt epitheton voor de Boeddha.

2  mala (P.): een gebedssnoer ter ondersteuning van een bepaalde gedachte-inhoud, een soort vormelijke mantra, een dharani (een hulpmiddel dat geacht wordt om de aandacht gaande te houden, maar gemakkelijk kan verworden tot een weinig inzichtelijk gewoontepatroon indien het niet gebeurt onder deskundige sturing en leiding. In de Pali-suttateksten heeft het begrip ‘mala’ een negatieve connotatie wanneer verwezen wordt naar het Vedische begrip: mala malaka = onzuiver, bezoedeld. in de betekenis van ‘een onzuivere wortel’)

3 upadhi (P. ): het substraat, de brandstof die de uitdoving van het vuur—i.c. onwetendheid, verlangen en afkeer—belet.

4 paccanubhoti (P.) pati + anu + bhu + a = ervaren, realiseren, experiëntieel ervaren. Directe ervaring. Wijsheid op ervaringsniveau. Direct zien. Met de nadruk op persoonlijke ervaring. Zonder hoofd boven het eigen hoofd. Zonder god, zonder meester boven hem. Zonder valscherm. Zonder enig extern houvast. Vastberaden (P. aditthana) om het persoonlijk verworven inzicht te cultiveren en uit te breiden. Met de nodige scepsis. Maar evenzeer met de nodige branie en bravoure voor de verdere ontwikkeling van het spirituele experiment: de weg is immers nooit glad, gemakkelijk of één- duidig. De vaste wil om—ongeconditioneerd—wijs te zijn. Om zélf te zíen. Om zélf te wéten. Sapere aude.

Als de beoefenaar de woorden van de Boeddha louter beschouwt als ‘woorden’, als ‘concepten’ of als eenmetafysische verklaring zal hij nooit Dhamma zien. Op experiëntieel ervaren komt het aan. Pure ervaring. ‘Pure experience is realised prior to the distinction between subject and object’ (Kitaro Nishida, (1990), An Inquiry into the Good). Anders gezegd: het gaat er niet zozeer om wat de Boeddha letterlijk gezegd heeft, maar om je zijn diepe ervaring eigen te maken. Om naast hem en niet achter hem te lopen.

5 tilakkahana (P.) ti = tilakkahana: ti = drie; tilakkahana = kenmerk, karakteristiek. Tilakkahana = de drie kenmerken van het bestaan, namelijk vergankelijk (P. anicca); onbevredigend (P. dukkha) en niet ‘zelf’ (P. anatta).

6 De Boeddha noemt ‘heilzaam’ alles—gedachten, woorden en daden—wat leidt tot bevrijding uit dukkha.

7 Observeer eens aandachtig hoe de ‘likes’ en ‘dislikes’ het fundament vormen van het succesverhaal achter de sociale media: Het ‘ik’ dat constant ziet, hoort, ruikt, smaakt, voelt en denkt… en op deze manier het ‘ego’ opbouwt en in stand houdt.

8 Dit komt vooral tot uiting in de oudste vroeg-boeddhistische Pali-teksten. De Atthakavagga is hier een schitterend voorbeeld van. Mijn vertaling van deze sutta met annotaties kan je gratis downloaden via deze link: https://yatha-bhuta.com/atthakavagga/

9 De eerste twee voordrachten van de Boeddha, met uitleg en annotaties, kan je vinden op de Ehipassiko Academie door het volgen van deze link: https://yatha-bhuta.com/624-2/