DE RUIMTE TUSSEN TWEE GEDACHTEN

Ga gewoon zitten en observeer wat er zich aan je presenteert. Kijk, hoor, ruik, smaak, voel.

Observeer je gedachten en je emoties aandachtig maar ga er niet op in. Voeg geen (persoonlijke) verhalen en drama’s aan je gedachten toe. Laat elk (voor)oordeel achter je. Blijf onverstoorbaar: Boeddha’s glimlachen naar alle verschijnselen, naar alle dhamma’s.

Zie zowel het aangename; het onaangename als het neutrale. Zie zowel het heilzame, het onheilzame als het noch-heilzame-noch-onheilzame. Kijk enkel. Interfereer niet. Kom niet tussen. Kijk aandachtig hoe de gedachten opkomen en verdwijnen. Observeer hoe vluchtig ze zijn. Hoe efemeer. Hoe onbenullig. Stalen zonder waarde.

Zit. Gewoon. Stil. Zit en observeer. Kijk en doe verder niets. En wacht geduldig tot je de ‘ruimte’ ziet tussen twee opeenvolgende gedachten. Een ‘ruimte’, een ‘plaats’ zonder gedachten, zonder conditionering, zonder verlangen en zonder afkeer. Dát is je ware natuur. Puur Bewustzijn. Onbezoedeld. Uitgedoofd. De Boeddha noemde dit: ‘Gelukzalige Ruimte’ (P. acalam sukham)—een metafoor voor nibbana.

Wanneer je die ‘ruimte’ zittend ziet, zie je ze ook als je niet zit. Dan hoef je eigenlijk helemaal niet meer te zitten. Dan zie je ze immers overal. Altijd.

Dan is je hele bestaan getransformeerd tot gerealiseerd inzicht. Dan ben je een Boeddha. Dát is de richting waar je naartoe moet. Op je eigen tempo.

Toch maar even zitten?