EEN SCHILDPAD EN EEN INNERLIJKE STEM

Terwijl hij aan de oever van een rivier zit, wordt Tsjoeang-tse benaderd door een afgezant van de prins die hem een positie aan het hof aanbiedt. Tsjoeang-tse kijkt naar het voortstromende water alsof hij de man niet gehoord heeft. Na een tijdje merkt hij op: ‘Ik heb gehoord dat de prins een heilige schildpad bezit van meer dan twee duizend jaar oud die wordt bewaard in een kist, gewikkeld in zijde en brokaat.’ ‘Dat is waar,’ antwoordt de hoveling. ‘Als de schildpad voor de keuze was gesteld,’ vervolgt Tsjoeang-tse, ‘wat denkt u dan dat hij liever had gedaan: leven in de modder of dood zijn in het paleis?’ ‘Leven in de modder, natuurlijk,’ antwoordt de hoveling. ‘Ook ik geef de voorkeur aan de modder,’ zegt Tsjoeang-tse. ‘Goedendag.’

(uit: Zen-Verhalen en inzichten uit het Oosten-Marc Brookhuis)