JIJ BENT JE EIGEN BESCHERMER

Een dhammanuvatti vraagt me om dieper in te gaan op Boeddha’s uitspraak in de Dhammapada, Vers #160:

❛ Attā hi attano nātho, ko hi nātho paro siyā — Ieder is zijn eigen beschermer (toevlucht), welke andere beschermer (toevlucht) zou er immers zijn? ❜

Deze uitspraak van de Boeddha benadrukt een kernprincipe van het boeddhisme: zelfverantwoordelijkheid en zelfredzaamheid op het pad naar verlichting. 

De Boeddha legt de nadruk op het feit dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn of haar spirituele ontwikkeling en bevrijding. Dit betekent dat niemand anders deze taak voor je kan doen. Anders gezegd: het boeddhisme leert dat je énkel door de kracht van je eigen inspanningen tot ontwaken kunt komen. Wat in schril contrast staat met het zoeken naar externe redding of verlossing. De Boeddha noemt dat verkeerde uitgangspunten. Miccha ditthi.

Een mens, en alléén een mens, kan een Boeddha worden. Mens-zijn is, volgens de Boeddha, het hoogst mogelijk bereikbare. Het hoogste goed. Het summum bonum. De mens is zijn eigen meester, wat wil zeggen: er is geen hoger wezen of een hogere macht die zijn lot bepaalt. Een ontwaakt mens heeft géén hoofd boven zijn hoofd. Een zelfgerealiseerde beoefenaar is zijn eigen toevlucht, zijn eigen eiland, zijn eigen licht, zijn eigen vuurtoren.

Deze uitspraak van de Boeddha moedigt ieder van ons aan om vertrouwen te hebben in onze eigen innerlijke wijsheid en beoefening, in plaats van te vertrouwen op externe krachten of personen. Wie of wat dat ook zijn.

Hoewel leraren, de Boeddha en de Sangha belangrijk zijn als gidsen en ondersteuners, is het de persoonlijke beoefening van de Dhamma die tot bevrijding leidt. Dit is nauw verbonden met het principe van kamma, dat stelt dat elke handeling gevolgen heeft. Besef goed dat jij—en jij alléén—verantwoordelijk bent voor je daden en de gevolgen van je daden.

Het begrijpen (P. pariyatti), het beoefenen (P. patipatti) en het realiseren (P. pativedha) van de Vier Edele Waarheden (het lijden, de oorzaak van lijden, het beëindigen van lijden, en het pad dat leidt naar het beëindigen van lijden) is essentieel om tot bevrijding en verlichting te komen. Om tot Zelfrealisatie te komen.

De uitspraak van de Boeddha dient als inspiratie en aanmoediging voor alle beoefenaars om actief te werken aan hun spirituele groei. Het benadrukt het potentieel dat in elk individu aanwezig is om verlichting te bereiken door eigen inspanning en inzicht.

In de praktijk betekent dit dat de beoefenaar regelmatig meditatie en opmerkzaamheid beoefent, zelfinzicht cultiveert en ethisch leeft volgens de leer van de Boeddha. Het is een oproep tot zelfreflectie en het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen gedachten, woorden en daden. 

Deze uitspraak van de Boeddha benadrukt het belang van zelfverantwoordelijkheid en innerlijke kracht op het spirituele pad. Het roept op tot het nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid voor je eigen bevrijding en tot het vertrouwen op je eigen capaciteiten om de waarheid te realiseren en verlichting te bereiken. 

Dit principe vormt een fundament van de boeddhistische leer en praktijk.

Zoals steeds is de Boeddha in de sutta’s héél duidelijk, coherent en consistent. Wolligheid is niet aan hem besteed. Hij zegt onomwonden tegen ieder van ons: “Jij moet je eigen werk doen. Ik kan dat niet in jouw plaats doen. Ik toon je alleen de weg die je moet gaan om tot ontwaken te komen. De uitvoering is jouw taak, jouw levensopdracht”.