De twee eerste voordrachten die de Boeddha gaf in het Isipatana in Sarnath bevatten de kern van de Dhamma. Het zijn respectievelijk de Dhammacakkappavatana Sutta  en de Anattalakkhana Sutta. 

In de eerste voordracht zet de Boeddha de Leer uiteen op een sobere manier. Summier. Analytisch. Dit zijn de Vier Edele Waarheden. Of—zoals supra reeds gesuggereerd—de Vier Waarheden van de Edele Volgeling.  

In de tweede sutta ontleedt hij de zelfloosheid van de dingen, van de verschijnselen, van de fenomenen i.c. de onstabiliteit van de khandha’s, de vijf componenten waaruit de mens samengesteld is.

In deze twee sutta’s is de Leer gecondenseerd samengevat. Dit is de prediking. De doctrine. In zijn essentiële vorm. 

Hier wordt gezegd wat moet gezegd worden om tot bevrijding te komen uit dukkha. Datgene wat moet begrepen worden. Wat moet beoefend worden. Wat moet geraliseerd worden. Duidelijk. Analytisch. Zonder opsmuk. Zonder poespas. De Leer uitgekleed tot op het bot. De naakte essentie. Maar o zo duidelijk. De volgeling die dit begrijpt, beoefent en in zichzelf realiseert, bevrijdt zichzelf.

Maar ook het tegenovergestelde is waar. Wat hier niet gezegd wordt, behoort niet tot de essentie van de Leer. Bezit niet de relevantie om er een halszaak van te maken. 

Nadat de Boeddha deze twee voordrachten gehouden had in het Hertenkamp in Sarnath, doorkruiste hij de volgende 45 jaar van zijn leven het noordoosten van India (het zgn. Majjhimadesa—het Middenland) om zijn Leer uit te leggen en te verduidelijken. 

Hij onderrichtte zijn Leer ‘zonder onderscheid des persoons’. Zonder te letten op kaste, geboorte, ras, rijkdom, leeftijd, gender, geaardheid…  Hij verkondigde de Dhamma aan koningen, brahmanen, krijgers, handelaars, ambachtslui…

Deze lange periode is een tijd geweest van explicatie, interpretatie en invulling. Maar de kern van de Leer—het Dhamma-oog—zit volledig verpakt in zijn eerste twee voordrachten. 

Het is dus niet meer dan normaal dat deze beide voordrachten de ereplaats krijgen in de ‘Sutta‘-rubriek van deze website.

Ik raad alle beoefenaars aan om deze twee sutta’s aandachtig te lezen. Met open blik. Te lezen en te herlezen. Te beschouwen. Erop te reflecteren en te mediteren. 

Maar de Pali-canon bevat veel méér dan deze twee uiterst belangrijke voordrachten. Concreet: In de Pali-canon alleen spreken we over méér dan 10.000 sutta’s. Waarbij we dan nog de begeleidende commentaren buiten beschouwing laten. Om je enig voorstellingsidee te geven: alles samen vormt het ‘boeddhisme’ een spiritueel park dat méér dan tien keer groter is dan het totale volume aan doctrinaire geschriften van alle christelijke religies samen. 

Maar óf dit, met uiterste zorg en devotie aangelegde park, de oorspronkelijke frisheid van het oerbos zelfs maar benadert, zal voor eeuwig en drie dagen een twistpunt blijven. Evenzeer als de vraag óf de monastieke hoveniers de struiken niet al te uitbundig naar hun persoonlijke godsvrucht en vermogen hebben geciseleerd. 

André Braet: 

De historische Boeddha is al lang dood. En dat komt de latere volgelingen goed uit. Over een dode meester kan je fantaseren, je kunt hem belangrijk maken, beter, bovenaards. Je kunt projecteren, een droom om hem heen weven. Dan wordt hij meer mythe dan realiteit. En de Boeddha is er niet meer om te zeggen: “Nee, zo bedoelde ik het niet.”  

Het boeddhisme vormt een amalgaam van doctrines, aannames, van standpunten en interpretaties. Een spervuur van komen en gaan van ideeën, van inzichten, van aanwijzingen, van toelichtingen, van commentaren, van commentaren op commentaren…

Het is een subliem proces van ontzettend veel oorzaken en evenveel gevolgen. Een microkosmos van intellectueel vernuft; een borrelende bron; een immense chaos. Maar welke vreugde naar ultieme bevrijding toe…

Het rechtstreekse gevolg van deze enorme weelde aan inzicht en wijsheid is de absolute onmogelijkheid om deze literatuur en doctrine compleet te absorberen in één mensenleven. 

Dit verklaart dan ook de dwingende noodzaak om ons énkel op het essentiële te focussen. Om niet te verdwalen in dit doctrinaire woud. Om ons te beperken tot de kerninzichten die Siddhattha Gotama himself tot Zelfrealisatie brachten. 

Anders verwoord moeten we ons volgende vragen stellen: wélke inspiratie kreeg de historische man toen hij, nadat hij het huis verlaten had en de thuisloosheid was ingetrokken, nà zijn lange queeste langs diverse guru’s, en nà een langdurig, ascetisch leven van zelfkastijding, uiteindelijk besloot om onder de bodhi-boom in Bodhgaya te gaan mediteren met een zichzelf duidelijk opgelegd ultimatum: tot volledige zelfrealisatie komen óf de vrijwillig gekozen dood? Wát heeft Siddattha wérkelijk gedácht en gezegd? Wát waren zijn inzichten? 

Kortom: wát was zijn ‘bevrijding’?

Willen we de stroom betreden dan bestaat er geen andere weg dan ons te limiteren tot het wezenlijke. Tot datgene wat ons tot bevrijding voert uit ons lijden. Om Goethe te parafraseren: ‘in der Beschränkung zeigt sich erst der Meister’.

Wakker worden vereist dat we ons tot het essentiële beperken. Ons studiegebied afpalen. En het bijkomstige laten voor wat het waard is. 

Hiermee doen we de Leer absoluut niet tekort. Integendeel, dan doen we slechts datgene waar de Boeddha naar verwijst in de Dhammapada: 

Wie het onbelangrijke als essentieel beschouwt en het essentiële als onbelangrijk, zal nooit de essentie ontdekken: zijn intentie is fout.

Wie het essentiële als de essentie beschouwt en het onbelangrijke als onbelangrijk, zal de essentie bereiken: zijn intentie is juist.

Wat houdt dit concreet in voor de beoefenaar?

Dat de yogi zich beperkt tot datgene wat in de Pali-canon coherent en consistent herhaald en benadrukt wordt. Kijk naar het Geheel. Niet naar de details. Naar wat steeds opnieuw geaccentueerd wordt. Niet zozeer door woorden en concepten, maar in de eerste plaats door inzicht. Door ervaringsgericht inzicht. Wijsheid op ervaringsniveau. Paccanubhoti.  Ervaar de woorden van de Boeddha door je aan de Dhamma te laven. En laat zo de Dhamma door je aderen stromen. Wees één met het proces. Met de stroom.

Dán komt de leer van de Boeddha tevoorschijn in al haar frisheid en duidelijkheid. De natuurwet die leert wat bruikbaar is. Bruikbaar om een beter leven te leiden. Inzetbaar om met gelijkmoedige aandacht tot inzicht te komen. Dienstig om ons lijden te beëindigen. Om ons te bevrijden uit dukkha

Hoe? 

Door ethisch te leven (P. sila) waardoor we controle verwerven over onze zintuigen (P. salayatana’s) wat tot gevolg heeft dat de jhananga’s  zich kunnen ontwikkelen en de Vijf Hindernissen (P. panca nivarana) vernietigd worden. Waardoor de hieruit voortvloeiende jhana-meditatiestaten tot diepe concentratie leiden. Waardoor het inzicht gloort over de ware aard van ons lichaam/geest-complex (P. namarupa). En naar analogie hiermee inzicht verworven wordt over de complete werkelijkheid van álle verschijnselen, van álle fenomenen, van álle dingen. In casu het inzicht in hun vergankelijkheid, onbevredigdheid en zelfloosheid (P. tilakkhana). Dit is het juiste inzicht in de wérkelijke aard van de dingen. Dit is de sleutel die de Poortloze Poort ontsluit.

Dit is de diepe wijsheid die de dhammanuvatti de stroom laat betreden. Op de meest efficiënte manier. Dit is het coherent en consistent inzicht van de Boeddha. Dit is de kristallisatie van zijn leer.

Zo verschijnt de Dhamma in haar volledige glans: ❛ goed beschreven door de Bhagavat, waarneembaar in het hier en nu, tijdloos, aanzettend tot onderzoek, voorwaarts leidend, door de wijzen zelf te ervaren.

Mijn keuze voor bepaalde sutta’s in deze rubriek mag dan subjectief klinken, maar daar neem ik graag de volle verantwoordelijkheid voor.

Weet echter dat mijn bloemlezing louter ingegeven is door criteria van consistentie, coherentie, duidelijkheid en inzicht. Mijn vertalingen naar het Nederlands van deze sutta’s vanuit de Pali-taal, vind je in het volgende hoofdstuk.