DE WARE AARD VAN DE WERKELIJKHEID

In het boeddhistisch wereldbeeld wordt de diepgaande aard van de werkelijkheid verkend door middel van sleutelprincipes die het begrip van het bestaan vormgeven. Deze principes zijn samengevat in de drie kenmerken van het bestaan (P. tilakkhana) en het concept van Afhankelijk Ontstaan (P. paticca samuppada).

De fundamentele aspecten die de ware aard van de werkelijkheid definiëren, zijn:

Vergankelijkheid (P. anicca): vergankelijkheid benadrukt de dynamische en voortdurend veranderende aard van alle verschijnselen. Alles, van tastbare materie tot mentale toestanden, staat onderhevig aan voortdurende transformatie. Het omarmen van vergankelijkheid is cruciaal voor het begrijpen van de aard van het lijden en het bevorderen van onthechting.

Lijden of Onbevredigendheid (P. dukkha): dukkha omvat een spectrum van lijden, ontevredenheid en het aangeboren gevoel van onbevredigendheid. Het leven wordt inherent gekenmerkt door verschillende vormen van lijden, zowel fysiek als mentaal. Het erkennen van de alomtegenwoordige aard van dukkha is de grondslag voor de Vier Edele Waarheden.

Geen Zelf (P. anatta): anatta daagt het concept van een permanent, onveranderlijk zelf of ziel uit. Volgens de Dhamma bestaat er geen onafhankelijk bestaand, permanent zelf binnen de aggregaten van een individu. Anatta ontmantelt de illusie van een vaststaand en blijvend zelf, met nadruk op onderlinge afhankelijkheid en geconditioneerd bestaan.

Afhankelijk Ontstaan (P. paticca samuppada): Afhankelijk Ontstaan verduidelijkt het ingewikkelde web van onderlinge afhankelijkheid en het geconditioneerde ontstaan, bestaan en vergaan van alle verschijnselen. Paticca samuppada illustreert hoe de ene voorwaarde de andere voortbrengt, waardoor de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte in stand wordt gehouden. Het dient als een routekaart voor het begrijpen van de oorzaken van lijden en de weg naar bevrijding.

Leegte (P. sunnata): Leegte slaat niet op ‘niets’, maar betekent de afwezigheid van inherent, onafhankelijk bestaan in alle verschijnselen. Het herkennen van de leegte van inherent bestaan onthult de onderlinge verbondenheid van alle dingen. Het is een cruciaal inzicht voor het cultiveren van wijsheid en het realiseren van bevrijding.

Samengevat omvat de ware aard van de werkelijkheid in het boeddhisme het omarmen van vergankelijkheid, het erkennen van de alomtegenwoordige aard van lijden, het ontmantelen van de illusie van een vast zelf, het begrijpen van onderlinge afhankelijkheid door Afhankelijk Ontstaan, en het herkennen van de leegte die inherent bestaan transcendeert. Deze inzichten vormen de basis voor de transformerende reis naar bevrijding en verlichting.