DE TILAKKHANA

Het observeren en beschouwen van de tilakkhana is de sleutel tot het bereiken van zelfrealisatie. Dit is waar de Boeddha naar verwijst in zijn laatste woorden, vlak vóór zijn parinibbana.

 Vaya dhamma sankhara, appamadena sampadetha—Ik zeg jullie: alles wat de mens bezielt, is aan vergankelijkheid onderhevig. Streeft niet aflatend! 

Deze woorden vormen een blauwdruk van de kern van zijn eerste voordracht, vijfenveertig jaar vroeger, in het Hertenkamp van Sarnath, toen hij het wiel van de leer in beweging bracht:

Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan.

Door zijn laatste woorden sluit de Boeddha als het ware de cirkel van zijn ontwaakt leven. Enso. 

Door inzicht in én de aanvaarding van de dynamiek van het eeuwige proces van ontstaan en vergaan bevrijdt de beoefenaar zichzelf. Door de realisatie ( = herkennen, erkennen en er één mee worden) van de tilakkhana transcendeert hij/zij dukkha.

Van zodra de dhammanuvatti erin slaagt zijn/haar vergankelijkheid (P. anicca), zijn/haar onvrede (P. dukkha) en zijn/haar instabiliteit (P. anatta) te omarmen en gelijkmoedig te aanvaarden wordt hij/zij wakker. Ontwaakt de beoefenaar.

_______

(*): In het Zenboeddhisme staat ‘enso’ symbool voor de toestand van “leegte”, i.c. “vrij zijn van illusies” of “helder inzicht”. In deze toestand ziet de beoefenaar zichzelf en de wereld, “zoals die werkelijk is”. Meestal is de Enso niet gesloten. De opening in de cirkel is een onderdeel van het zijn, het bestaan, een onvolmaaktheid, eigen aan het bestaan. 

De open Enso staat dan ook voor de charme van de imperfectie van de dingen in het leven en het ophouden met streven naar perfectie. Het laat de beoefenaar zien dat alle dingen perfect zijn zoals ze zijn en helpt hem/haar bij de acceptatie van ‘dat wat is’… Van wat wij in het Theravada ‘yatha-bhuta’ noemen.