Een ‘mala‘ betekent letterlijk een ‘guirlande’ of een ‘bloemenkrans’. Het wordt, zowel in het hindoeïsme als het boeddhisme, gebruikt om een gebedsketting of rozenkrans aan te duiden.
Normaal telt een mala 108 kralen. De kralen worden gebruikt om mantra’s of gebeden te tellen tijdens meditatie of spirituele praktijken. Terwijl de beoefenaar de mantra reciteert, schuift hij of zij de vingers langs elke kraal van de mala, waardoor de teller wordt bijgehouden. De 108 kralen van de mala hebben een symbolische betekenis in de hindoeïstische en boeddhistische tradities.
Het getal 108 wordt als heilig beschouwd en wordt geassocieerd met verschillende spirituele concepten. Bijvoorbeeld, in het hindoeïsme zijn er 108 Upanishads en 108 namen van goddelijke entiteiten. Verder wordt aangenomen dat er 108 energiekanalen samenkomen in het hartchakra.
Naast het gebruik voor meditatie en gebed, worden mala’s ook gedragen als spiritueel sieraad of als herinnering aan intenties en affirmaties.
