SAMEN IN INTER-ZIJN

Vanmiddag een spontane reünie met gelijkgestemde vrienden. Met kalyanamitta’s pur sang. Samen oversteken naar de Andere Oever. Uitwisseling van ervaringen. Van hart tot hart. 

De Boeddha:

❛ Wanneer je de geest tot rust brengt, kun je het geheel zien. Dit is de visualisering van de Grond. 

Dít is het inzicht dat de Boeddha met ons deelt om sereen, vredig en onbevreesd te worden. Dít is het inzicht dat ons van onze (doods)-angst en ons verdriet losmaakt. Dit is wat hij bevrijding noemde.

Nibbana betekent uitdoving. Versterving van ideeën; van opinies; van begrippen; van concepten zoals geboorte en dood; bestaan en niet-bestaan; komen en gaan; zelf en de ander…, Boeddha en Mara

Eénmaal de yogi de Andere Oever bereikt—die hem ‘voorbij geboorte en dood’ brengt—moet hij het vlot achterlaten.

De Boeddha in de Alagaddupama Sutta:

❛ “Ik zal jullie in een vergelijking laten zien dat de Dhamma is als een vlot, dat bedoeld is om ermee over te steken, niet om vast te houden. Luistert daarnaar en neemt haar goed ter harte, ik ga spreken.”

“Ja, Heer”, antwoordden de monniken instemmend.

De Bhagavat sprak als volgt:

“Stel, Monniken, dat een man die op reis is, een grote stroom ziet, waarvan de oever aan zijn kant gevaarlijk, angstaanjagend is en de tegenoverliggende oever veilig, niet angstaanjagend, en er is geen veerpont of een brug om over te steken.

Hij zou zo denken: ‘Als ik nu eens gras, stukken hout, takken en bladeren zou verzamelen, een vlot zou bouwen en met behulp van dat vlot, peddelend met handen en voeten veilig en wel naar de tegenovergestelde oever zou oversteken?’

Zo gedacht, zo gedaan en eenmaal aan de overkant gekomen zou hij dit denken:

‘Dit vlot is een grote hulp voor mij. Met behulp van dit vlot ben ik, peddelend met handen en voeten, veilig en wel, naar de overkant overgestoken. Als ik het nu eens op mijn hoofd zou tillen of op mijn schouders zou laden en verder zou gaan waarheen ik maar wil?’

“Wat denken jullie, Monniken, zou die man, zo handelend, doen wat er met dat vlot gedaan moet worden?”

“Zeker niet,Heer!”

“Hoe zou die man moeten handelen met dat vlot? Welnu, Monniken, die man zou, als hij eenmaal overgestoken is, moeten denken:

‘Dit vlot is een grote hulp voor me geweest. Als ik het nu eens op het droge zou trekken of op het water zou laten wegdrijven en verder zou gaan waarheen ik maar wil?’

Zo handelend zou die man doen wat er met dat vlot gedaan moet worden.

Net zo, Monniken, heb ik de Dhamma onderwezen, als te vergelijken met een vlot, bedoeld om mee over te steken, niet om vast te houden.’

De gelijkenis van het vlot begrijpend, moeten jullie zelfs de leringen opgeven, laat staan de dingen die in strijd zijn met de leringen.” 

De Boeddha is in deze sutta uiterst duidelijk: de dhammanuvatti moet zich niet verliezen in de Leer eenmaal hij de andere oever heeft bereikt.

Hij moet—net zoals trouwens álle andere fenomenen—ook de hulpmiddelen loslaten. Ook de Boeddha, de Dhamma en de Sangha zijn upaya’s. Een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig…

En wat heeft de beoefenaar verder nog te ‘doen?

Het is voldoende dat hij, door naakte aandacht—kijken als louter kijken; horen als louter horen; ruiken als louter ruiken; proeven als louter proeven en voelen als louter voelen—zich helder bewust blijft van het natuurlijk proces van vergankelijkheid, onbevredigdheid en zelfloosheid, dat zich constant aan hem ontvouwt. Gelijkmoedig. Aanvaardend. In dit moment en van moment-tot-moment.

Samen in Inter-zijn. Eén met alles.