VINAYA

Vinaya (P.)— letterlijk: ‘datgene wat het slechte verdrijft’. Het is het geheel aan regels, voorschriften en reguleringen die de Boeddha verordende om de Sangha en het leven van de bhikkhu’s en bhikkhuni’s in goede banen te leiden.

We mogen niet vergeten dat de monniken aanvankelijk gewoonweg thuisloze zwervers (P. samana’s) waren, die leefden in een los verband. We zouden hen nu gemakshalve hippies noemen.

De vinaya kan soms erg gedetailleerd en gecompliceerd zijn. Veel van de regels zijn niet rechtstreeks gelinkt met het zich onthouden van onheilzame activiteiten, maar zijn speciaal in het leven geroepen om de opmerkzaamheid—sati (P.)—te stimuleren én om de aandacht van de bhikkhu’s en bhikkhuni’s in het NU-moment vast te pinnen. In ieder geval: de bedoeling van de vinaya-regels is niet begrenzend, maar bevrijdend.

Juristen zijn soms gefascineerd door de vinaya omdat het één van de oudste en (voor zijn tijd) erg gedetailleerde rechtssystemen op aarde is.