MAHAPAJAPATI EN DE BHIKKHUNI SANGHA

Volgens de overlevering stierf koningin Maya, de moeder van Siddhattha, zeven dagen na de geboorte van haar zoon. Na haar dood nam Mahapajapati, de zuster van Maya, de zorg voor hem op zich en voedde hem op als haar eigen kind.

Mahapajapati Gotami speelde een belangrijke rol in het leven van de Boeddha. Nadat hij in Bodhgaya tot ontwaken kwam en zijn leer verspreidde, werd ze één van zijn eerste vrouwelijke volgelingen.

Mahapajapati Gotami wilde graag non worden om op deze manier ook tot ontwaken te komen. Daarop vroeg ze aan de Boeddha om een bhikkhuni-orde te mogen stichten. Maar omdat ze een vrouw was, werd haar dit geweigerd.

Mahapajapati gaf niet op en ze bleef de Boeddha herhaaldelijk vragen om haar toe te staan de bhikkhuni-orde te stichten.

Uiteindelijk stemde de Boeddha in en gaf haar toestemming om de bhikkhuni-orde te stichten, op voorwaarde dat zij en de andere vrouwen die zich bij de orde wilden aansluiten, de regels van het boeddhisme strikt(er) zouden volgen.

Dit gebeurde, na tussenkomst van Ananda, in het Jetavana in de stad Shravasti, in het huidige noordoosten van India. Het Jetavana was één van de belangrijkste centra van de boeddhistische gemeenschap tijdens het leven van de Boeddha.

Mahapajapati en haar volgelingen stichtten zo de bhikkhuni-sangha en speelden een belangrijke rol in het verspreiden van de leer van de Boeddha onder vrouwen.