ONTWAKEN & VERLICHTING

Vraag:

Soms wordt een onderscheid gemaakt tussen ontwaken en verlichting. Wanneer spreekt men van ontwaken? En hoe verloopt het proces van verlichting? Dit proces zou volgens een bepaald stramien verlopen. Wat zijn de mijlpalen?

Antwoord:

In westerse geschriften wordt inderdaad soms een onderscheid gemaakt tussen ‘ontwaken’ en ‘verlichting’. Zulke expliciete opdeling vind ik echter niet terug in de vroeg-boeddhistische teksten. ‘Ontwaken’ en ‘verlichting’ hebben in het Pali dezelfde noemer: bodhi.

Toch kan ik me vinden in zulke opdeling omdat het duidelijkheid verschaft:

—Ontwaken, wakker worden, is die flits van inzicht, waarbij de waarheid ( = datgene wat wáár is: de werkelijkheid zoals ze is—yatha-bhuta) plotseling ervaren wordt, het plots ‘zien’ (P. janati) van de realiteit, meestal na langdurige beoefening. Op dat moment ziet de dhammanuvatti (de discipel die leeft overeenkomstig de Dhamma) de werkelijkheid zoals ze wérkelijk is. Hij/zij ziet de waarheid, i.c. datgene wat in het verleden was, in het heden is, en in de toekomst zal zijn, nl. wat toepasselijk is op alle fenomenen. En dus niet wat men hem/haar, geconditioneerd, voor ‘waar’ heeft wijsgemaakt.

Dit gebeurt ‘plóts’; ‘spontaan’; ’totaal’ en het is ‘manifest’. Het is de realisatie van een diepe ervaring die (‘plóts, spontaan, totaal, en manifest’) nieuwe inzichten baart. Die van de beoefenaar een buddhankura maakt—een ontluikende Boeddha, een loot, een scheut, iemand die (nog méér dan vroeger) voorbestemd is om een Boeddha te zijn.

De eerste stap (het eerste niveau van ontwaken) noemde de Boeddha metaforisch ‘stroombetreding’ (P. sotapatti).

De stroombetreder (P. sotapanna) ziet Dhamma. Hij ervaart de waarheid van Dhamma. Saccadhamma. Zoals het is. Zonder franjes. De tilakkhana. Het Proces. Paticca samuppada. Door Dhamma te zien betreedt hij/zij de stroom. Zonder esoterie. Zonder inwijding. Zonder buddharupa. Door inzicht. Inzicht. Tout court.

‘Ontwaken’ kan overal plaatsvinden, plóts, op elk moment, op elke plaats, in elke ruimte. Plóts. ‘Door het ontstaan van dit, ontstaat dat’, zoals de Boeddha predikte. Oorzaak en voorwaarde. Hetu en paccaya. Het is het moment waarop de dhammanuvatti als een slang vervelt. The point of no-return. Waar hij de Rubicon oversteekt. Het is het moment dat van een kalyana-puthujjana op slag een ariya-puggala maakt. Dit moment wordt in de sutta’s ‘gotrabhu’ genoemd—het moment dat de beoefenaar van afkomst, van gotha verandert. Als een feniks uit zijn as ‘herboren’ wordt.

Anders gezegd: gotrabhu is dat plótse, unieke moment waar waarheid en leugen zich aan de beoefenaar onthullen; waar licht en duisternis zich aan de yogi openbaren.

Inzicht in de tilakkhana is de sleutel die de poort van de ultieme werkelijkheid ontsluit. Zelfrealisatie is niets anders (niets méér maar ook niets mínder) dan de fundamentele aard van alle fenomenen opmerkzaam (P. sati) zien én aanvaarden (P. upekkha). Dit voert finaal tot bevrijdend inzicht. Dit is ’ontwaken’. Wakker worden. Het is het experiëntieel ervaren (P. paccanubhoti) van de woorden die de Boeddha uitsprak in zijn eerste prediking in het Hertenkamp in Sarnath: ‘Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan’.

Het plótse, spontane, onverwachte, expliciete en manifeste karakter van stroombetreding kan niet duidelijker benadrukt worden dan door de ongedwongen, geïnspireerde, haast emotionele uitroep (P. udana) van de Boeddha onmiddellijk na de stroombetreding van Kondanna: ‘Versta je het, Kondanna? Waarlijk: Kondanna verstaat het, Vrienden!’

—Verlichting is ‘de open staat van direct verlicht ervaren’. Het is het voortdurend ‘zien’ van datgene wat altijd al het geval was, i.c. dat er geen gevoeld verschil meer is tussen wat ervaren wordt en de ervaring zelf. Enkel de directe ervaring van wat er in elk moment gebeurt, brengt ons tot een volledig begrip van de waarheid. De ‘spontaneïteit’, het ‘spontane’, de ‘puurheid’, het ‘onbezoedelde’ van het bestaan. Er is alleen maar ‘ruimte’—het ‘bewustzijn’ waarin alle ervaringen plaatsvinden. Acala. Op deze manier realiseert de beoefenaar in zichzelf: ‘Ik ben niet deze gedachten. Ik ben niet deze emoties. Ik ben niet dit lichaam. Ik ben niets van deze vergankelijke, tijdelijke dingen’.

Paul Van hooydonck omschreef, jaren geleden, deze unieke ervaring als volgt in een persoonlijk mailtje: ‘Dingen komen en gaan. Dat ben ik niet. Ik ben de weidsheid waarin deze dingen bestaan, waaruit ze opkomen en waarin ze verdwijnen’. Het was voor mij een eye-opener van formaat. Een doorbraak. De bres. De ontsluiting. Plóts. Spontaan. Totaal. Manifest.

In het Theravada staat bodhi gelijk aan het allerhoogste inzicht, het ultieme inzicht (P. paramattha), i.c. de realisatie van de Vier Edele Waarheden in zijn drie rotaties en twaalf aspecten, wat tot bevrijding leidt.

—Bevrijding (P. vimutti) verwerft de beoefenaar door het langdurig verwijlen in deze ‘open staat van direct verlicht ervaren’. Dit is het progressief ‘uitdoven’. Het vuur van ‘worden’ geen brandstof meer geven. Tot het vuur compleet geblust is.

Het proces van verlichting verloopt inderdaad volgens een bepaald stramien, de Zeven Zuiveringen (P. satta-visuddhi) genoemd. (*) Deze ‘zuiveringen’ zijn mijlpalen, ijkpunten, krijtlijnen die in de sutta’s indirect (in de Rathavinita Sutta) en in de Abhidhammatha Sangaha en de Visuddhimagga expliciet en extensief beschreven worden. Het is een proces dat door het ontwikkelen van zeven ontwakingsfactoren (P. sambojjhanga) bij de beoefenaar tot verlichting leidt. Het is een persoonlijke weg. Een pad dat individueel moet belopen worden.

_____

(*): Zie mijn boek: Dubois, Guy, (2019), Sattha-visuddhi. De Zeven Zuiveringen. Gratis te downloaden via deze link.