YATHA-BHUTA NANA DASSANA

De dingen zien zoals ze wérkelijk zijn wordt in de Mahaparinibbana Sutta  gecondenseerd als volgt samengevat:

 ❛ Vergankelijk zijn de dingen die ons bezielen, onderworpen aan ontstaan en aan vergaan. Na ontstaan te zijn, vergaan ze weer. Het verlangen ernaar tot rust brengen is geluk.

En in de Anguttara Nikaya klinkt het zo:

De dingen zien zoals ze wérkelijk zijn. Dit veronderstelt het ‘zíen’ van alle fenomenen in relatie tot hun drie kenmerken (P. tilakkhana), namelijk als vergankelijk (P. anicca), als onbevredigend (P. dukkha) en als zelfloos (P. anatta).

De dhammanuvatti die dit inzicht realiseert, bevrijdt zichzelf uit dukkha en bereikt innerlijke vrede.

Dat het menselijk lichaam aan verandering onderhevig is, is empirisch waarneembaar in de universele staten van kindertijd, jeugd, volwassenheid en ouderdom. Op identieke wijze ontstaan en verdwijnen mentale manifestaties. Herkenning en erkenning van het feit dat anicca, dukkha en anatta alle verschijnselen kenmerkt, is de belangrijkste stap in de spiri-tuele voortgang van de beoefenaar op weg naar verlichting.

Wijsheid ontstaat door het voortdurend observeren van anicca, dukkha en anatta in alle ervaringen die zich aan de beoefenaar presenteren. In élk moment. En van moment-tot-moment.

De drie karakteristieken van alle verschijnselen vormen de harde, concrete werkelijkheid van de dhammanuvatti. De werkelijkheid zoals ze is. Zonder franjes. Mahakala (1) permanent en nadrukkelijk aanwezig. Als katalysator voor het proces van persoonlijke transformatie.

Het observeren en beschouwen van de tilakkhana is de sleutel tot het bereiken van zelfrealisatie. Dit is waar de Boeddha naar verwijst in zijn laatste woorden: ❛ Monniken, Streef niet aflatend. ❜

De dingen zien zoals ze wérkelijk zijn. Niet zoals we ze ons wensen of dromen. Of net niet wensen of dromen. Yatha-bhuta is diepe wijsheid die gevestigd wordt door opmerkzaamheid (P. sati) en gelijkmoedigheid (P. upekkha) in alle verschijnselen. Sati + Upekkha = Vipassana.

_____

(1) Mahakala (S.): letterlijk ‘de Grote Zwarte’. Mahakala is een hindoe godin die het vernietigende element—het permanente proces van vergankelijkheid— van Shiva symboliseert. Mahakali wordt meestal afschrikwekkend uitgebeeld met woest opengesperde ogen, uithangende tong en vier armen. Meestal houdt ze in één van haar handen een zwaard vast en in een andere een afgehakt hoofd. Ze draagt een halssnoer waaraan 51 mensenhoofden hangen. Het (Tibetaans) boeddhisme accapareerde dit symbool en gaf er een andere betekenis aan. Zo werd Mahakala een toornige emanatie wiens taak het is om de Dhamma te beschermen. Dat is de reden waarom een beeld van Mahakala vaak de ingang van tempels en kloosters bewaakt.