DE BASIS VAN ONZE BEOEFENING

De nadruk van onze beoefening hoeft niet te liggen op de slimst uitgekiende individuele gedachte. Evenmin op de meest klinisch beschreven doctrine. Noch op de mooist versierde tempel. Het ‘doel’—ontwaken—is (contradictorisch genoeg) niet de determinerende factor.

‘Het zuivere en onbezoedelde weten van de Dhamma’ overkomt de dhammanuvatti immers plóts, spontaan, onverwachts, expliciet en manifest.

Sotapatti-magga-citta noemt men het bewustzijnsmoment van stroombetreding. Eén bewust moment dat de beoefenaar tot stroombetreder maakt. Tot sotapanna. Dat zijn leven compleet verandert. Dat hem inzicht geeft in het pad (P. magga nana) en hem in het daarop volgend moment de vrucht, het resultaat, de realisatie, de ‘vervulling’ van zijn inzicht aanbiedt (P. phala nana). Sotapatti is het moment dat ‘het zwaard van wijsheid flitst en het licht ongehinderd in de duisternis straalt’ (Hans van Dam). Het is ‘the point of no-return’. Het is het moment waarop de yogi als een slang vervelt.

Het is het moment dat van een kalyana-puthujjana op slag een ariya maakt. Die zijn afstamming (zijn ‘lineage’; zijn ‘gotha’) herschept waardoor hij plóts, onverwachts, spontaan én manifest transformeert van wereldling (P. puthujjana) tot ‘edel mens’ (P. ariya-puggala). Waardoor hij als een edele telg van de Ariya verrijst. Waardoor hij als het ware opnieuw geboren wordt. ‘Weder’-geboren (!) wordt. Bevrijd herboren wordt.

Het ‘ontwaken’ an sich vormt slechts de apotheose van een lange spirituele ontwikkelingsgang. Dit is het ultieme moment van ‘doorbraak’. Het culminatiepunt van ‘wakker worden’. Van stroombetreding. Gotrabhu.

De nadruk van de beoefening hoort te liggen op de weg er naartoe. De weg die ervoor zorgt dat de oorzaken en voorwaarden die naar het ‘doel’ leiden vervuld kunnen worden. De hetu’s en de paccaya’s.