In de Maha-Vedala Sutta, Majjhima Nikaya 43, zegt de Boeddha het volgende:
❛ Iemand die wijsheid bezit begrijpt wat dukkha is, laat de oorzaak van dukkha los, realiseert de beëindiging van dukkha en cultiveert de weg die leidt naar de beëindiging van dukkha.
Iemand die wijsheid niet bezit begrijpt niet wat dukkha is, laat de oorzaak van dukkha niet los, realiseert niet de beëindiging van dukkha en cultiveert de weg niet die leidt naar de beëindiging van dukkha. ❜
Het ‘doel’ van wijsheid is direct experiëntieel inzicht (P. paccanubhoti). Het ‘doel’ is doordringend inzicht. Het ‘doel’ is zegevieren door uit te doven.
De twee mentale geestestoestanden wijsheid en bewustzijn zijn met elkaar verbonden. Ze zijn niet van elkaar te scheiden.
Wat men inziet (begrijpt), daarvan is men zich bewust (ervaart men). Waarvan men zich bewust is (wat men ervaart), dat ziet (begrijpt) men.
Het verschil tussen beide mentale geestestoestanden is dat wijsheid ontwikkeld en bewustzijn beschouwd moet worden.