
Beste Spirituele Vrienden,
Beste Kalyāṇamitta’s,
De Boeddha nodigt ons uit om te komen kijken. Zélf te kijken. Met eigen ogen te zien. Niet via woorden, geloof of overlevering, maar door directe ervaring — dhammavicaya, vrij onderzoek. De Dhamma is niet iets om te aanvaarden, maar om te verifiëren. Om te proeven in het eigen leven, zoals men de vrucht proeft van een boom die men zelf geplant heeft.
Yatha-bhuta betekent: zien zoals het werkelijk is. Niet zoals we hopen dat het is, niet zoals we vrezen dat het is, maar zoals het zich toont — eenvoudig, stil, helder. In dat zien voltrekt zich direct inzicht (janāmi passāmi; Skt. janāmi paśyāmi), het onmiddellijke verstaan dat niets toevoegt en niets wegneemt. En in dat directe zien ontvouwt zich bevrijding uit dukkha.
Deze website is ontstaan uit die geest van onderzoek. Niet als leer, niet als structuur, maar als een levende weerspiegeling van onze beoefening — het voortschrijdend begrijpen van anicca, dukkha en anattā. Yatha-bhuta is een open ruimte, waar stilte en inzicht elkaar ontmoeten, waar we samen leren kijken zonder oordeel, zonder vooringenomenheid.
Wij voelen ons verbonden met de historische traditie van het theravāda, waar de Vier Edele Waarheden, het Achtvoudige Pad en de Vijf Sīla’s de natuurlijke bedding vormen van een leven in aandacht, helderheid en eenvoud. Toch overstijgt deze beoefening elke vorm of lineage: de Dhamma is universeel, vrij van grenzen, vrij van het claimen van eigendom.
De Boeddha zei: Ehipassiko — kom en kijk zelf. Zie de natuur zoals ze werkelijk is, niet zoals je wilt dat ze is, maar zoals ze zich ontvouwt in elk moment.
Daarom is Yatha-bhuta geen vaste vorm, maar een levend domein dat mee ademt met onze beoefening. Een spiegel die toont wat wij gaandeweg ontdekken: de vergankelijkheid van alle dingen, en de ultieme vrijheid die daarin besloten ligt.
Wij geloven niet in structuren die pretenderen de Dhamma te bezitten. Dhamma laat zich niet vastleggen — zij stroomt vrij, zoals water dat elke bedding vindt. Wanneer men haar tracht te claimen, verdwijnt ze; alleen in openheid kan zij zich tonen.
Wij willen samenkomen als vrienden in de Dhamma, zonder boven of onder, zonder centrum of periferie, verbonden door liefdevolle vriendelijkheid (mettā), mededogen (karuṇā), medevreugde (muditā) en gelijkmoedigheid (upekkhā). Deze vier oneindige houdingen — de brahmavihāra’s — vormen ons seculier klooster: een plaats van stilte, onderzoek en vrede.
