In de Dhammapada, Gatha #380 zegt de Boeddha het volgende:
❛ Atta hi attano natho—Ieder is zijn eigen beschermer.❜
De meesten onder ons bewandelen tijdens hun leven de bekende, platgetreden paden. Anderen durven nieuwe wegen in te slaan. Slechts weinigen banen zich een eigen weg. Dit zijn diegenen die hun eigen beschermer worden. Die ‘het huis verlaten’. Die de ’thuisloosheid intrekken’ (P. anoka). Deze laatste weg is de meest gedurfde. De meest boeiende. Maar ook de meest uitdagende. De keuze ligt bij ieder van ons. En we krijgen maar één kans. De Boeddha noemt deze weg metaforisch ‘stroombetreding’. Sotapatti. En zij die dit pad volgen beschrijft hij als ‘stroombetreders’. Sotapanna. De Boeddha kwalificeert hen als ariya-puggala. Edele mensen.
Het is dit pad dat leidt naar het ‘koel worden’ (P. sitibhuto), d.i. naar bevrijding (P. vimutti); naar innerlijke vrede (P. santi) en naar Zelfrealisatie (P. nibbana). Dit ‘koel worden’ staat voor het ’tot rust komen’. Voor geen verlangens of verwachtingen koesteren. Voor onthechting en inzicht in de vergankelijkheid van alle dingen. Voor acceptatie van het proces van anicca, het kalmeren van passie en tevredenheid met het simpele leven, waaraan geen verdere eisen meer gesteld worden.
Zonder hoofd boven zijn hoofd is de ariya-puggala zijn eigen meester. Hij is “een god in het diepst van zijn gedachten” (Willem Kloos). Onafhankelijk van elke opinie zijn eigen beschermer. Zijn eigen eiland waar de tsunami’s van onwetendheid, verlangen en afkeer geen enkele vat op hebben. ‘Lacking nothing, craving nothing, he stays in the world solely to help and serve’ (Eknath Easwaran).