Kennis verwijst naar informatie, feiten en vaardigheden die we hebben opgedaan door middel van studie, ervaring of onderwijs. Kennis gaat over het begrijpen van hoe iets werkt, wat het betekent en wat de feiten zijn. Kennis aanleren is wat een leraar doet.
Wijsheid gaat over het begrijpen van de diepere betekenis en de consequenties van kennis. Wijsheid gaat over helder begrip en diep inzicht. Over ‘zien’ met je Derde Oog. (1) Over Realisatie. Over Paccanubhoti. (2) Wijsheid initiëren is wat een Meester doet.
De finaliteit van kennis en wijsheid is verschillend: het is het onderscheid tussen ‘voldoende’ en ‘magna cum laude‘. De decalage tussen reciteren en realiseren. (3) Het contrast tussen vorm en inhoud.
Het verschil tussen een leraar en een Meester ‘voelt’ elke gevorderde kalyanamitta intuïtief aan: wie ziet, ziet wie ziet en ziet wie niet ziet. Wie niet ziet, ziet niet wie ziet en ziet niet wie niet ziet.
________
(1): ‘je Derde Oog’: het is jouw oog van transcendente waarneming, dat naar binnen kijkt en zíet en wéét. Het is jouw oog van wijsheid (P. dibbacakkhu). Je kunt de waarheid alleen zien als jouw oog van wijsheid helder is. Dit oog van wijsheid neemt onwetendheid weg—‘neemt het stof op de oogleden weg’—d.i. het laat je de wijsheid van vergankelijkheid (P. anicca) zien in én van alle geconditioneerde dingen. Jouw derde oog wéét en zíet. Wéét en zíet wat ís. Janami passami.
(2): paccanubhoti (P.) → pati + anu + bhu + a = ervaren, realiseren, experiëntieel be’leven’. Wijsheid op ervaringsniveau. Direct zien. Direct ervaren. Met de nadruk op persoonlijk aanvoelen, proeven, savoureren. In stilte één worden: zonder hoofd boven je hoofd. Zonder god, zonder meester. Zonder valscherm. Zonder enig extern houvast. Vastberaden (P. aditthana) om het persoonlijk verworven inzicht te cultiveren en uit te breiden. Met de nodige scepsis. Maar evenzeer met de nodige branie en bravoure voor de verdere ontwikkeling van het spirituele experiment: de weg is immers nooit glad, gemakkelijk of éénduidig. Met jouw vaste intentie (P. cetana) om—ongeconditioneerd—wijs te zijn. Om zélf te zíen. Om zélf te wéten. Sapere aude.
Als de beoefenaar de woorden van de Boeddha louter beschouwt als ‘woorden’ of als ‘concepten’ zal hij nooit Dhamma zien. Zal hij zich nooit uit dukkha bevrijden. Zal hij eeuwig rondjes lopen in samsara.
Op experiëntieel ervaren komt het aan. Pure ervaring. ‘Pure experience is realised prior to the distinction between subject and object’ (Kitaro Nishida, (1990), An Inquiry into the Good).
Concreet: het gaat er niet zozeer om wat de Boeddha letterlijk gezegd heeft, maar om je zijn diepe ervaring eigen te maken. Om naast hem en niet achter hem te lopen.
(3) realiseren = herkennen, erkennen en er één mee worden. Pariyatti. Paripatti. Pativedha.