DHAMMA IS EEN BEVRIJDINGSLEER

Wat de ‘wereldling’, de doorsnee-mens (P. puthujjana), getoond wordt (en door hem uitbundig en enthousiast geloofd, geprezen én omarmd!) zijn meestal hallucinaties. Hersenspinsels van de geest. Het zijn—noch meer, noch minder—manifeste en bewuste leugens. Decor & decorum. Masker. Vertoon. Waan. Klatergoud, waarin de modale mens door de gemeenschap wordt ondergedompeld en geknecht. Ik noem dit: nep, trucage, flessentrekkerij. Fake. 

Dit is het pad met het nadrukkelijk accent op de ‘dingen van de wereld’: roem, geld, succes, macht… Mara in zijn meest perfide gedaante. Al deze ‘dingen’ leiden niet naar fundamentele bevrediging. Noch naar  bevrijding. En nog veel minder naar innerlijke vrede. Dit is het pad van de knechting. Van vervreemding. Van aliënatie.

Inzicht in de werkelijkheid zoals ze wérkelijk is—yatha bhuta nana das-sana—veronderstelt het ‘zien’ van alle ‘dingen’ in relatie tot hun drie karakteristieken (P. tilakkhana), namelijk als vergankelijk (P. anicca), als onbevredigend (P. dukkha) en als zelfloos (P. anatta). 

De Boeddha in de Itivuttaka:  

Waar je ook bent in deze wereld, observeer en mediteer steeds op het ontstaan en vergaan van alle samengestelde [geconditioneerde]  dingen.

Wie voor dit pad kiest, zal aan een astrante tegendraadsheid een uitstekende eigenschap hebben. De Boeddha noemde dit patisothagami.  Dit is roeien tegen de stroom in van onze geaccumuleerde, geconditioneerde gewoontepatronen. Een heilzaam gebrek aan ontzag voor geloof, macht en machthebbers maakt de mens alerter, waakzamer en minder vatbaar voor conditionering. Het is een eigenschap die van jongs af aan moet aangeleerd en—vooral—aangescherpt worden. Het is een kwaliteit die ieder voor zich persoonlijk moet ontwikkelen. Met kordate overtuiging. Met volharding. Adhitthana. Van de machthebbers kan men moeilijk verwachten dat ze zelf de middelen aanreiken die hen ontmaskeren.

Laat je niet inkapselen. Niet insluiten. Duik de Dhamma-stroom in. En zwem. Tegen de stroom in. Patisothagami. Rebels als de historische Sakyamuni zelf. Ga voluit. Zonder twijfel. Akathamkathi.  Zonder verlangen. Laat niets je zintuigen prikkelen. Alles wat uit de zintuigen geboren wordt, is immers veranderlijk en vergankelijk. Laat onwetendheid, verlangen en afkeer los. Nirasamsa.  Laat elke separaatheid met de stroom zichzelf ontmaskeren als een groteske leugen.

Doe wat de Boeddha voordeed: verlaat je geconditioneerde huis. Trek de thuisloosheid in. Wanneer je de thuisloosheid niet intrekt zal je nooit je échte huis vinden. Wees je elk moment bewust dat je ademt. Dat je een deeltje bent van de stroom. Niet de stroom zelf.

Breek de ketens van samsara. Bevrijd jezelf. Vimutti. Besef dat je een Boeddha-in-wording bent. Een buddhankura. Een Boeddha worden is je geboorterecht. Je potentie. Je faculteit. Observeer daarom aandachtig de verschijnselen. In de eerste plaats je lichaam en je gewaarwordingen. Observeer daarna je geest en de objecten van je geest. Kijk hoe de dingen zijn. En aanvaard dit gelijkmoedig. Laat je sankhara’s los. Doof het vuur van al wat je bezielt. Van al wat tot ‘worden’ leidt. Bevrijd jezelf.

Vimutti‘ staat voor bevrijding door het vernietigen van dukkha. Het is het resultaat (P. phala) van helder, zuiver inzicht  in het pad. Dit resulteert in de vernietiging van onze onwetendheid (P. avijja) dat er een separaat ‘zelf’ bestaat. Vernietiging van deze onwetendheid maakt een einde aan dukkha. Wat de uiteindelijke en ook de enige bedoeling van de Boeddha was.

Wars van alle savante tractaten, is de leer van de Boeddha heel begrijpbaar. Het is een kwestie van ‘zien’. Van het proces cyclisch te zien. Niet lineair. Zíen. Met een Hoofdletter én een accent. Het is niet omdat je ogen geopend zijn dat je ook werkelijk ‘ziet’.

Wat leert de Boeddha? Enkel datgene wat nodig is om ons naar de Andere Oever te brengen: de innerlijke rust van bevrijding.

Wat leert de Boeddha niet? Alles wat de onwetende mens (P. puthujjana) uitermate fascinerend vindt om over te fantaseren, te spreken en te doen; alles wat mensen tegen elkaar opzet en alles wat geen einde maakt aan het lijden van de mensheid. 

Boeddha’s leer staat voor ‘bevrijding uit dukkha’. En deze bevrijding is niets meer, maar ook niets minder, dan het leven ontwaakt be’leven’.

Dit is het pad van de Boeddha. Van de Rebel. Van de Samana. Het is het pad dat leidt naar ‘koel worden’ (P. sitibhuto), d.i. naar bevrijding (P. vimutti); naar innerlijke vrede (P. santi) en naar Zelfrealisatie (P. nibbana).

Dit ‘koel worden’ staat voor het ’tot rust komen’, geen verlangens of verwachtingen meer koesteren, onthechting en inzicht in de vergankelijkheid van alle dingen. Dit is: volkomen acceptatie van het proces van anicca, het tot rust brengen van passie en tevredenheid met het simpele leven, waaraan geen eisen meer gesteld worden. Sitibhuto staat synoniem voor bevrijding.

De Boeddha in de Dhammapada: 

Loos deze boot, Monnik ! Eenmaal geleegd, zal hij sneller varen voor jou.Met passie en haat vernietigd, zul je nibbana bereiken.

De dhammanuvatti die het pad van de Boeddha resoluut volgt, breekt uit zijn conditionering. Verbreekt zijn ketens. Ontwikkelt wijsheid en mededogen door het voortschrijdende inzicht dat alles één is. Daarom noemt de Boeddha zulke discipel een ariya-puggala. Een Edele Volgeling. Een epitheton voor zijn/haar stroombetreding. 

Conditioneringen zijn gewoontepatronen die ons tot slaven maken. Tot gevangenen van onze eigen overtuigingen, opinies, gehechtheden, behoeften, verlangens en angsten. Gevangenen van onze sociale programmering, van onze angst voor wat anderen over ons denken, van onze angst voor de dood, van onze onwetendheid over de wérkelijke werkelijkheid. Gevangenen van onze zintuigen, die ons mentaal en emotioneel functioneren beheersen. 

Om de échte werkelijkheid—de dingen zoals ze zijn—te kunnen ervaren is het noodzakelijk om het lichaam/geest-complex ‘direct’ te observeren. Dit is mogelijk door onze gewaarwordingen (P. vedana) te onderzoeken. Gewaarwordingen zijn ‘directe’ ervaringen. In tegenstelling tot concepten (P. pannatti). Concepten zijn géén directe ervaringen. Het zijn conventioneel afgesproken dingen. Alles wat door de beoefenaar ‘direct’ kan geobserveerd worden, zonder de interventie van een concept, is de échte werkelijkheid. 

Goden zijn dit niet. Goden zijn conceptuele voortbrengsels en projecties van de eigen geest. Het zijn geprojecteerde beelden die gevormd worden uit onze eigen verlangens. Omdat we de werkelijkheid van onze vergankelijkheid niet met ons verstand (willen/kunnen/durven) begrijpen, omarmen we een irrationeel geloof. Wie in god gelooft, gelooft nergens in.

De zintuigen verleiden onze geest tot het steeds opnieuw herhalen van mechanische gedachten en handelingen. Zulke voortdurende herhaling heeft het nefaste gevolg dat de conditioneringen niet afnemen maar keer-op-keer worden versterkt.

Hierdoor wordt de keten die ons aan de zintuiglijke wereld bindt alsmaar sterker. En onze vrijheid steeds meer beknot. Om conditionering te counteren bestaat slechts één tegengif: permanente aandacht. En volharding. Een moeilijke opdracht. Maar één die perspectief biedt. Écht perspectief, niet in de betekenis die onze bevlogen machthebbers in Corona-tijden aan dit woord gegeven hebben: het ‘rijk der vrijheid’...