GETUIGE ZIJN

‘Getuige’ → sākṣiṇ (Skr.): een getuige die het ‘met zijn eigen ogen’ gezien heeft—een ‘kosmische’ ooggetuige; een aandachtige observator; een vrij onderzoeker. Sākṣī betekent letterlijk: één worden met de ogen’. In spirituele zin is sākṣī het innerlijke zien, het pure zien of het Puur Bewustzijn zonder enige betrokkenheid, verlangen en verwachting. Het betekent dat de yogi in staat is om zichzelf waar te nemen zonder oordeel, zonder begeerte of emotie, en dat hij kan observeren hoe gedachten, gewaarwordingen, gevoelens en handelingen zich manifesteren zonder erdoor aangetrokken of afgestoten te worden.

‘Getuige zijn’ wordt beschouwd als een essentiële stap in het proces van bevrijding en verlichting. De gedachte achter dit ‘getuige zijn’ is dat door te getuigen over de gebeurtenissen in zijn leven en door te observeren hoe hij erop reageert, de yogi steeds meer onafhankelijkheid en bewustzijn ontwikkelt. Hierdoor zal hij finaal de illusie van zijn individualiteit doorzien en in contact komen met zijn ware natuur als onveranderlijk en onvervuld bewustzijn, i.c. met het Zelf.

Wees daarom een stille getuige. Een alerte waarnemer. Een objectieve observator. Dán zal je de dingen zien, horen, ruiken, proeven, voelen en denken zoals ze wérkelijk zijn. Yatha-bhuta. Ontdaan van ballast. Ontbloot van verhullend decor en decorum.

En wat zal deze toegewijde, alerte, objectieve observator dan zien, horen, ruiken, proeven, voelen en denken? De ware aard van alle geconditioneerde fenomenen, i.c. de drie kenmerken (Skr. trilakṣaṇa): vergankelijkheid  (Skr. anitya); onbevredigendheid (Skr. duḥkha); non-substantialiteit, ‘leegte’ (Skr. anātman).