OVER DE ‘REPRESENTATIVITEIT’ VAN BOEDDHISTISCHE STRUCTUREN

Boeddhisme behoeft geen centrale autoriteit, structuur of hiërarchie. De leer van de Boeddha—de buddhasasana—staat centraal in het boeddhisme en is gebaseerd op de Dhamma en de Vinaya

De Dhamma omvat de kernprincipes van het boeddhisme, zoals uiteengezet door de Boeddha. De Vier Edele Waarheden, het Achtvoudige Pad en andere leerstellingen vormen de basis van de Dhamma. Deze leringen bieden inzicht in de aard van het lijden, de oorzaak ervan, de mogelijkheid van beëindiging van het lijden en het pad dat leidt naar die beëindiging.

De Vinaya is de set regels en voorschriften die de gedragscode vormen voor monastieke gemeenschappen in het boeddhisme. Het regelt het dagelijkse leven van monniken en nonnen, inclusief hun ethisch gedrag, relaties met anderen en de praktijk van meditatie.

Samen vormen de Dhamma en de Vinaya de richtlijnen voor zowel de ethische levenswijze als de spirituele beoefening binnen het boeddhisme. Boeddhistische beoefenaars richten zich op het begrijpen en toepassen van deze principes om hun innerlijke zelf te transformeren en uiteindelijk verlichting te bereiken.

Anders gezegd: de Boeddha vestigde de Dhamma-Vinaya als de exclusieve gids voor het begrijpen van de waarheid en het bereiken van verlichting. De Dhamma-Vinaya is bijgevolg niet afhankelijk van organisatorische structuren maar uitsluitend van de nauwkeurigheid waarmee de leer van de Boeddha begrepen en toegepast wordt.

Er bestaan verschillende scholen, tradities en lineages binnen het boeddhisme en er zijn veel verschillende interpretaties van de leer. Sommige sangha’s hebben zich georganiseerd in formele structuren of overkoepelende organisaties die de verspreiding van het boeddhisme pretenderen te bevorderen. 

In de Pali canon, de oudste geschriften van het boeddhisme, zijn er geen specifieke passages te bespeuren waarin de Boeddha organisatorische structuren of verenigingen goed- of afkeurt. Er is in de sutta’s geen sprake van structuren. Structuren en organisaties laten de Boeddha Siberisch koud. 

In het boeddhisme ligt de nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid en individuele beoefening. 

In plaats van zich onledig te houden met externe structuren en overkoepelende organisaties streeft een dhammanuvatti—een volgeling die zich conformeert met de Leer—actief naar inzicht en zelfrealisatie.

Met andere woorden: een organisatie of structuur die zich openlijk manifesteert als ‘de’ representatieve vertegenwoordiger van ‘het’ boeddhisme getuigt vooral van erg veel pretentie en mateloze zelfoverschatting.

Blijf ver weg van overkoepelende structuren. Ze zijn Dhamma niet. Nooit. Het zijn aannames van de zintuiglijke wereld. Ze representeren uitsluitend zichzelf. Wanneer je aandachtig kijkt, zie je vlug dat instituten en structuren slechts burchten van macht, van eigenbelang en van ego zijn. Kijk niet door hun begerige ogen: financiering, subsidies, bestuursmandaten en benoemingen, kortom macht…

Dhamma is spontaan. Het is de natuurwet. De eeuwige wet. Dhammo sanantano. Dhamma is duidelijk. Eenvoudig. Zonder poespas. Zonder begoocheling. Zonder eigendunk. Zonder geveinsde vastigheid. Dhammastaat voor ruimte. Gelukzalige Ruimte. Acalam sukham.

Dhamma-Vinaya is het juweel dat de beoefenaar zorgvuldig moet koesteren. Indra’s net.