Het bestaan is een voortschrijdend proces. Maar in plaats van dit leven als een voortschrijdend proces te ervaren, drijven we de begoocheling zo vér dat we de flow van het leven trachten te bevriezen; de flux proberen te kaderen; de stroom pogen tot stilstand te brengen; of op zijn minst trachten te kanaliseren. We zoeken permanent—maar uiteraard op totaal verkeerde plaatsen—naar een beetje vastheid, een sprankeltje eeuwigheid, een ziel…
Zolang we onze vergankelijkheid (P. anicca) en instabiliteit (P. anatta) niet manifest (willen, kunnen, durven) inzien, noch gelijkmoedig (willen, kunnen, durven) aanvaarden, is er geen bevrijding uit onze ellende (P. dukkha) mogelijk.
En blijven we rondjes lopen in de speeltuin van Mara.