Twee monniken leefden al vele jaren samen en hadden nog nooit ruzie gemaakt.
Op een dag zei de ene monnik tegen de andere: ‘Vind je niet dat we nu toch maar eens voor één keer ruzie zouden moeten maken?’
‘Ok’, antwoordde de andere monnik. ‘Maar waarover zouden we ruzie kunnen hebben?’
‘Misschien kunnen we eens ruzie maken over dit stuk brood?’ stelde de eerste monnik voor.
‘Prima, laten we dan ruzie maken over dit brood. Maar hoe pakken we dit aan?’ vroeg de andere weer.
‘Dit brood is van mij en van mij alleen’, zei de eerste monnik.
‘Is dat zo? Wel, je mag het houden,’ reageerde de tweede monnik.