ARIYA

Het Pali-woord ‘ariya’ komt op vele plaatsen voor in de voordrachten van de Boeddha. Het verwijst naar iemand die de ‘ariya-magga’ of het ‘edele pad’ volgt, zoals onderwezen door de Boeddha. De term wordt vaak vertaald als ‘edel’; ‘edele’ of ‘verheven’. 

In de context van de Pali-canon worden ariya’s beschouwd als personen die heilzame kwaliteiten ontwikkeld en beoefend hebben die leiden tot spiritueel inzichr en uiteindelijke bevrijding uit het lijden. 

Concreet wil dit zeggen dat een ariya iemand is die de Vier Edele Waarheden begrijpt en in zijn of haar leven toepast. 

Deze waarheden zijn:

  1. De waarheid van lijden (P. dukkha sacca)
  2. De waarheid van de oorzaak van lijden (P. samudaya sacca)
  3. De waarheid van de beëindiging van lijden (P. nirodha sacca)
  4. De waarheid van het pad dat leidt tot de opheffing van lijden (P. magga sacca)

Degenen die het edele pad bewandelen en de Vier Edele Waarheden begrijpen en praktiseren, zijn op weg naar het bereiken van verlichting en het doorbreken van de cyclus van wedergeboorte (P. samsara) en lijden (P. dukkha) zoals onderwezen door de Boeddha.

In bredere zin verwijst het begrip ‘ariya’ naar voortreffelijkheid, zowel op spiritueel als op ethisch gebied. Het kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een persoon te beschrijven die nobele kwaliteiten zoals vriendelijkheid, mededogen, wijsheid en deugdzaamheid belichaamt, los van specifiek boeddhistische concepten.

Daarnaast kan het woord ‘ariya’ ook gebruikt worden in verschillende culturele en literaire contexten om een persoon of een groep mensen aan te duiden die als bijzonder vooraanstaand, nobel of van hogere klasse worden beschouwd.