De Wijze en de dwaas
Het grote verschil tussen een Wijze en een dwaas ligt in de mogelijkheid, resp. in de onmogelijkheid, om de werkelijke aard van de zintuiglijke verschijnselen te zien.
De dwaas is immer op zoek naar het accumuleren van steeds nieuwe zintuiglijke ervaringen, naar rijkdom, naar macht, naar status, naar eerbetoon: de begeerte en de trots van de dwaas accumuleert steeds verder.
Zijn ‘ik’ wordt steeds groter. Additionele illusoire ketens binden hem meer en steviger aan de zintuiglijke wereld. Ketens die hij niet als ‘bindingen’ maar als ‘ornamenten’ aan zijn kroon beschouwt. Als parels.
De Wijze daarentegen wéét en ziet—janami passami—de wérkelijke werkelijkheid van de dingen: hun vergankelijkheid, onbevredigdheid en zelfloosheid. Yatha-bhuta nana dassana.
De Wijze beschouwt deze ‘ornamenten’ óók als parels, maar op een enigszins ándere manier: als parels voor de zwijnen.