Samsara. Dit is het eindeloze ronddwalen van de wezens in de eindeloze, onbevredigende cyclus van dukkha. Het permanente ‘rondjes lopen’. Zonder begin, zonder einde. Steeds hetzelfde doen en tevergeefs hopen op een ander resultaat. Op een wedergeboorte hopen terwijl juist bevrijding uit deze illusie tot ontwaken leidt. Een eeuwige Tantaluskwelling. Dukkha in het kwadraat.
Slechts door in stilte bewust te zijn, aandachtig te zijn, alert te zijn—zonder toevoeging van onze persoonlijke verhalen en drama’s—verwerven we controle over onze geest. Krijgen we grip op onze gedachten. Kunnen we onze geest tot rust brengen. Kunnen we de rondspringende apen in de boom van onze geest kalmeren. Kunnen we de dingen zien zoals ze wérkelijk zijn. Yatha-bhuta nana dassana.
Wees een stille getuige. Een alerte waarnemer. Een objectieve observator. Dán zal je de dingen zien, horen, ruiken, proeven, voelen en denken zoals ze wérkelijk zijn. Ontdaan van ballast. Ontbloot van verhullend decor en decorum.
Laat in je ‘zien’ niets dan zien zijn. In je ‘horen’ niets dan horen. In je ‘ruiken’ niets dan ruiken. In je ‘proeven’ niets dan proeven. In je ‘voelen’ niets dan voelen. In je ‘denken’ niets dan denken. Zónder verhalen. Zónder drama’s. Zónder geconditioneerde perceptie. Zónder fantasie. Zónder de sluier van automatische vooroordelen en aangeleerde gewoontepatronen. Zónder reactie. Spontaan.
Laat in je zien, horen, ruiken, proeven, voelen en denken énkel geconcentreerde aandacht en gelijkmoedigheid zijn. Sati en upekkha. Vipassana.
En wat zal deze toegewijde, alerte, objectieve observator dan zien, horen, ruiken, proeven, voelen en denken?
De ware aard van alle geconditioneerde fenomenen, namelijk de drie karakteristieken (P. tilakkhana): vergankelijkheid (P. anicca); onbevredigdheid (P. dukkha); non-substantialiteit, ‘leegte’ (P. anatta).
Wanneer de observator de tilakkhana in zichzelf realiseert (d.i. herkent, erkent en er één mee wordt) zal hij a.h.w. de Dhamma in- en uitademen.
Hij zal in alle dingen het proces van ontstaan en vergaan ontwaren. Het natuurlijke cyclische proces dat alles aanstuurt. Het continue proces. De eeuwige natuurwet. Dhammo sanantano. Hij zal ervaringsgewijs ‘begrijpen’ (P. paccanubhoti) dat er geen bruuske scheiding bestaat tussen ontstaan en vergaan. Tussen leven en dood. Hij zal rechtstreeks ervaren wat de Boeddha bedoelde met het Ongeborene (P. ajata) en het Doodloze (P. amata).
Als een Boeddha zal hij zich afkeren van de verschijnselen omdat ze hem ontgoochelen (P. nibbida); passieloos worden (P. viraga); tot rust komen (P. upasama) en uitdoven (P. nibbana).
Hij zal niet meer achter maar naast de Boeddha lopen.