NIBBANA

In essentie is alles met elkaar verbonden door onnoemlijk veel oorzaken (P. hetu’s) en voorwaarden (P. paccaya’s). In de standvastige kalmte, in de groeiende gelijkmoedigheid en in de penetrerende aandacht van het ontwaakte bewustzijn is er geen plaats voor geboorte; is er geen plaats voor sterven.

Er is énkel eeuwige energie, het samenvloeien met de tijd- en vormloze dimensie (de ruimte waar geen enkele substantie, geen enkele kern, geen ziel te vinden is) die voorbij de tijdelijkheid van alle verschijnselen bestaat.

Dit inzicht, deze wijsheid, leidt tot de vernietiging van elk verlangen. Zodra elk verlangen, elke afkeer (in casu: élke onwetendheid) vernietigd is, is er geen dukkha meer.

Nibbana is de vernietiging van verlangen, afkeer en onwetendheid, wat synoniem is voor de opheffing van dukkha.

Acalam sukham—gelukzalige ruimte—is een synoniem voor nibbana. Ook de oceaan wordt door de Boeddha in de sutta’s meermaals gebruikt als metafoor voor nibbana.