Een kalyanamitta stelt me deze vraag.
Het antwoord is een volmondig ‘ja’ binnen boeddhistische en niet-dualistische tradities, zoals advaita vedānta. In deze tradities wordt bevrijding of verlichting niet bereikt door intellectueel begrip alleen, maar door een direct, persoonlijke ervaring van de waarheid van het bestaan. Inzicht door direct ervaren is diep transformerend, omdat het de illusies en gehechtheden die de menselijke ervaring conditioneren, doorbreekt en vernietigt.
In het boeddhisme verwijst bevrijdend inzicht naar het besef van de vergankelijkheid van alle verschijnselen (anicca), van de aard van het lijden (dukkha), en van het ontbreken van een vast, onveranderlijk zelf (anattā). Dit inzicht kan alleen volledig begrepen en waargenomen worden door directe ervaring en meditatie. Het gaat immers niet uitsluitend om het cognitief begrijpen van deze concepten, maar om het directe besef dat het lijden voortkomt uit onze gehechtheid en illusies over het zelf en de wereld.
In de advaita vedānta-traditie is bevrijdend inzicht (mokṣa) het besef van de identiteit tussen het individuele zelf (atman) en het Absolute Bewustzijn (Brahman). Ook dit inzicht komt tot stand door directe ervaring, vaak bereikt door meditatie, zelfonderzoek (jñāna yoga) en de begeleiding van een spirituele leraar. Het is niet voldoende om deze waarheid alleen te begrijpen via intellectuele studie of logica; het moet direct ervaren worden, wat leidt tot de ontbinding van het ego en de ervaring van ononderbroken, allesomvattend bewustzijn.
In beide tradities gaat het bevrijdende inzicht dus verder dan abstracte kennis en vereist het een transformatieve ervaring van de diepere werkelijkheid van ons bestaan.