In de Pali-canon leert de Boeddha dat dukkha voortkomt uit onwetendheid, verlangen en de illusie van een blijvend zelf. Het vasthouden aan het verleden, maar ook bezorgdheid over de toekomst, is een vorm van verlangen of hechting. Beide komen voort uit onwetendheid over de veranderlijke aard van het leven.
Volgens de Boeddha wordt bevrijding van dukkha bereikt door het ontwikkelen van inzicht en het beoefenen van het Achtvoudig Pad. Eén van de aspecten van het Achtvoudig Pad is juiste aandacht (sati). Juiste aandacht betekent dat je je bewust bent van het huidige moment, het NU-moment, zonder vast te houden aan het verleden of bezorgd te zijn over de toekomst. Het gaat om het cultiveren van een helder bewustzijn van de ervaringen die zich voordoen in het hier-en-nu, zonder erdoor te worden meegesleept of eraan gehecht te raken.
Als je geest constant in het verleden blijft vertoeven, of je zorgen maakt over wat nog komt, is het niet mogelijk om juiste aandacht te beoefenen. Vasthouden aan het verleden of de toekomst leidt tot identificatie met pijnlijke herinneringen, spijt, wrok of angst, die lijden veroorzaken. Door vast te houden aan wat was of wat nog komt, sluiten we onszelf uit van het ervaren van vreugde en vrede in het NU-moment.
Het ontwikkelen van juiste aandacht helpt bij het cultiveren van helderheid en inzicht in de aard van dukkha en de oorzaken ervan. Niet toevallig de eerste twee Edele Waarheden (ariya saccani). Door bewust te zijn van onze geest en onze ervaringen in het NU-moment, kunnen we de patronen en conditioneringen die lijden veroorzaken, opmerken en geleidelijk loslaten.
Kortom, volgens de Boeddha in de Pali-canon is het loslaten van zowel het verleden als de toekomst en het ontwikkelen van aandacht in het NU essentieel om bevrijding te bereiken uit dukkha.