IDENTIFICATIE MET HET ‘IK’

Wanneer de mens zich identificeert met het ‘ik’ en niet met het Universeel Bewustzijn, ontstaat de gedachte dat het ‘ik’ objecten van de wereld kan verwerven. Dit resulteert in verlangen. Verlangen leidt vervolgens tot hechting en gebondenheid.

Verzaking betekent daarom niet alleen afstand doen van de buitenwereld, maar ook van het lichaam, dat een wezenlijk onderdeel van die wereld is. Onze gebondenheid aan de cyclus van geboorte en dood (saṃsāra) ontstaat door onze gehechtheid aan het lichaam. Zonder deze gehechtheid zou saṃsāra niet bestaan. 

Dit is waarom het afstand doen van het lichaam en het loslaten ervan de eerste en belangrijkste stap is in het loslaten van de wereld en het cultiveren van onthechting.

Laten we nog een stap verder gaan.

Door onthecht naar het lichaam te kijken, wordt het een ‘voertuig’, terwijl het door identificatie een ‘last’ wordt. Anders gezegd: respecteer het lichaam en behandel het goed, maar vermijd elke emotionele of fysieke gehechtheid, zodat je zelfbeeld, trots of geluk niet afhankelijk is van hoe goed, aantrekkelijk, slim, jong of fit je eruitziet. 

Een andere reden om je niet te identificeren met je lichaam is om jezelf te bevrijden van de bezoedelingen van onwetendheid, verlangen en afkeer (kilesa’s)van je lichaam.

Wanneer je je identificeert met je lichaam, word je immers kwetsbaar voor veel problemen die pijn en lijden veroorzaken doordat je lichaam er kwetsbaar voor is: de angst en ongerustheid die spontaan voortkomen uit de onontkoombare werkelijkheid van veroudering, ziekte en dood. Wanneer je bevrijd bent en beseft dat de wereld niet echt is, maar slechts een groteske illusie weet je dat er niets is om bang voor te zijn. Angst is compleet afwezig in het leven van een bevrijd persoon.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.