Dhamma kent geen referentiepunten. Referentiepunten creëren dualiteit.
De Boeddha:
❛ Mijn pad is de middenweg—er is geen begin, er is geen einde. Wij zijn altijd in het midden, groeien eeuwig, ontspruiten, bloeien, vinden nieuwe ruimte. ❜
Een geest zonder referentiepunten verlangt niet en hecht zich niet. Zulke geest “gaat zijn eigen weg als een rinoceros—eko care khaggavisanakappo. “
Zonder referentiepunten realiseert de dhammanuvatti zichzelf. Wordt hij ruimte. Gelukzalige ruimte. Acalam sukham.