Alle verschijnselen ontstaan, bestaan en vergaan. Wanneer de ervoor vereiste oorzaken (P. hetu’s) en voorwaarden (P. paccaya’s) zich manifesteren. Er is een duidelijk onderscheid tussen het ‘proces’ van ontstaan, bestaan en vergaan enerzijds en de illusie van een ‘zelf’. Het ‘proces’ is geen begoocheling. Dat is een duidelijke werkelijkheid. Waarneembaar. Écht.
De illusie zit niet in het ‘bestaan’, maar in het feit dat de onwetende ‘wereldling’ (P. puthujjana) de verschijnselen beschouwt als ‘stabiel’, als ‘durend’. De ‘onwetende’ ontkent dat fenomenen ‘leeg’ zijn aan stabiliteit, ‘leeg’ aan essentie. Ze zijn ‘zelfloos’ (P. anatta). Ze veranderen in élk moment en van moment-tot-moment.
Concreet: je bent niet meer wat je was toen je deze tekst begon te lezen. Je bent slechts een flow van permanente transformatie. Van muterende energie. Je beweegt in een ondefinieerbare ruimte waarin alles ontstaat, eventjes bestaat en opnieuw vergaat. Zonder vastheid. Zonder essentie. In die ruimte resoneert alles. Eén langgerekte echo tot de oerknal. En verder.
Dit niet ‘zien’ (niet kunnen, niet willen of niet durven) is illusie. Maya.