Spirituele zuivering begint bij het loslaten van verlangen, d.i. het loslaten van de hechting aan wereldse dingen. Onthechting is de boodschap.
Dit geldt zeker in onze prestatie- en consumptiemaatschappij, waar zowat alles in het teken staat van ongebreidelde consumptie, (nep)informatie, politieke ‘correctheid’, sociale media en het stelselmatig opblazen van het ‘ik‘, ‘mij’ en ‘mijn’ met ‘likes‘ and ‘dislikes‘.
De ‘wereld van de vormen’. Ik noem het de ‘wereld van de schone schijn’.
De sociale media worden zo ‘wereldbouwers’. Maar wáár ligt hun menselijke toegevoegde waarde? Hun liefdevolle vriendelijkheid, hun mededogen, hun medevreugde, hun gelijkmoedigheid?
Het verlangen naar wereldse dingen is onverzadigbaar: de meeste mensen kunnen nooit genoeg krijgen van dingen die zij niet nodig hebben, maar enkel ‘willen hebben’. Dit tomeloze verlangen leidt slechts tot één resultaat: jaloersheid, schulden, depressies. Kortom in één woord: dukkha.
Aandacht bij elke aankoop kan hierbij helpen: hebben we dit ‘ding’ waar we zo naar verlangen wel écht nodig ? En even nadenken over de vraag waarom we nu juist dit ‘ding’ dat we niet nodig hebben, toch écht willen hebben. De reflectie hierover is meestal (lees: altijd) verbijsterend.
En ook hier zijn het niet de dingen zélf die ons in verwarring brengen, zoals de stoïcijnse filosoof Epictetus ons voorhield, maar wel het belang dat wijzelf—als scheppers van onze ‘eigen’ (illusoire) wereld— aan deze dingen toekennen. Het werkwoord ‘toekennen’ onthult haast als vanzelf haar perfide karakter.
Het is niet het ‘ding’ dat ons doet verlangen, maar wel ‘onze’ perceptie over het ‘ding’.