METTA KAN JE NIET FAKEN

De Metta-Sutta, ook de ‘Voordracht van Liefdevolle Vriendelijkheid’ genoemd, begint met het cultiveren van liefde en acceptatie voor jezelf.

De sutta moedigt ons aan om liefdevolle vriendelijkheid te ontwikkelen in een progressieve volgorde, beginnend met onszelf en vervolgens uitbreidend naar alle anderen.

De sutta begint als volgt:

 Allereerst: moge ik vrij zijn van vijandigheid, moge ik vrij zijn van kwaadwilligheid, moge ik veilig en gelukkig zijn. Moge ik vrede vinden in mezelf. 

De sutta gaat dan verder met het uitbreiden van deze wens naar andere wezens, zoals familieleden, vrienden, neutrale personen en tenslotte vijandige personen. Het uiteindelijke doel is om metta te cultiveren jegens alle levende wezens, zonder ook maar enige uitzondering.

Het is ook logisch dat metta bij jezelf begint, vermits het onmogelijk is om oprechte liefdevolle vriendelijkheid naar anderen te verspreiden, indien je zelf niet vredevol en liefdevol in het leven staat. Boosheid en haat zit in je hart. Straal je uit naar anderen. En veruitwendigt zich in je woorden en daden. 

Door metta te ontwikkelen voor jezelf, bouw je een basis van zelfacceptatie, zelfzorg en zelfcompassie, waardoor je in staat bent om metta naar anderen uit te breiden. Ook liefdevolle vriendelijkheid zit in je hart. En straal je uit. Metta kan je niet faken.