Blijf niet hangen in wat voorbij is. Hecht je niet aan wat ooit was. Aan vormen uit het verleden. Zo vervreemd je van je ware zelf. Van de stroom. Van de Flow. Van Dhamma.
Zo gebruik je immers wat voorbij is, om je ego te schragen. Verstijf je in bokkig zelfgelijk. Bevries je in zelfbedrog. In je Grote Gelijk. Stol je in spirituele eenzaamheid. Blijf je in duisternis achter. In een niets ontziende wrok tegen al wat nieuw ontstaat. Zo misgun je jezelf het licht tussen twee gedachten. En ben je niet bezig met waar het écht om gaat.
Ontdaan van liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid ben je een speeltje van je gedachten. Zit je, weliswaar in monnikspij gehuld, spiritueel dood op je matje.
Leef in het heden. Gebruik je meditatie niet als vorm. Maar als middel tot ontwaken. Laat het nieuwe toe. Spontaan. Vloeiend als een stroom. Beleef het NU-moment. Zie hoe élk moment de wereld herboren wordt. In al haar aspecten. Kijk, hoor, ruik, proef, voel en denk als een Boeddha. Vrij. Ongebonden. Zonder wereldse structuren. Niet gemanipuleerd door wat dan ook. Niet gescleroseerd door sankhara’s van onwetendheid, verlangen en afkeer.