De sutta’s van de Parayanavagga, één van de oudste delen van de Pali-canon, omschrijven een noumenale werkelijkheid die uitermate subtiel is—een ijle hoogte, die door de gevorderde yogi experiëntieel ervaren wordt. Maar die, door zijn cryptische omschrijvingen, voor de putthujana, de onwetende wereldling, heel onwezenlijk kan overkomen.
De Parayanavagga ‘omschrijft’ immers een realiteit die niet de zijne is. En—brutaal gesproken—voor hem, in zijn ‘onwetende’, zintuiglijke toestand ook volkomen onbereikbaar is.
De gatha’s van de Parayanavagga portretteren een werkelijkheid waar woorden haperen en concepten kantelen. Waarin het pad van de yogi, die tot realisatie komt, ontraceerbaar wordt ‘als de vlucht van vogels in de lucht’.
Deze immanente staat van leegte (P. sunnata) en bevrijding (P. vimutti)—onze oorspronkelijke natuur—wordt door de Bhagavat in de Parayanavagga als volgt omschreven:
❛ Wie tot rust gekomen is, kan niet meer ‘gemeten’ worden. Hij bezit niets meer dat kan ‘benoemd’ worden. Wanneer alle verschijnselen volledig tot rust gebracht zijn, eindigt het pad van woorden! ❜
De verzen van de Parayannavagga behoren, naar mijn mening, tot de mooiste van de hele canon.
Je kunt de integrale vertaling van de Parayanavagga vanuit het Pali naar het Nederlands, met begeleidende commentaar, gratis downloaden via deze link: https://yatha-bhuta.com/parayanavagga/