DE STILTE VOORBIJ HET DENKEN

In veel boeddhistische sangha’s, lineages, tradities en structuren, klinkt het denken luid. Er wordt gesproken, gedoceerd, geargumenteerd. Er zijn teksten, commentaren, meningen. Een wereld van woorden, netjes geordend, zorgvuldig toegelicht.

Maar tussen al die woorden… hoe zelden valt er stilte.

Het hart, dat enkel geraakt wordt door directe aanwezigheid,
vindt er vaak geen bedding. De levende ervaring, het ogenblikkelijk zien, het stille aanvoelen—ze raken ondergesneeuwd onder lagen van kennis.

Wat de Boeddha toonde, was geen theorie. Geen systeem. Geen uitnodiging tot redeneren. Maar een subtiele verschuiving van binnenuit. Een helderheid die niet geleerd wordt, maar oplicht in het midden van wat nú gebeurt.

Wie zich verliest in denken, mist het ogenblik. En precies daar, in dat onbevangen ogenblik, ligt de sleutel.

De Boeddha sprak over ehipassiko—kom en zie zelf.
Niet: kom en geloof.
Niet: kom en analyseer.
Maar: kom… en ervaar, stil, wakker, alert, zoals het is.

Zolang het hoofd de leiding neemt, blijft de geest verdeeld. Zolang men zoekt naar zekerheid in woorden, blijft de waarheid verborgen als een volle maan achter de nevel van concepten.

De Dhamma laat zich niet grijpen. Ze wordt herkend in de zachte openheid van directe ervaring. In het niet-weten dat niet bang is. In het aanvoelen dat dieper is dan denken.

Daarom blijft wat werkelijk is vaak ongezien in de schaduw van de uitleg. Want het hart verlangt geen uitleg, maar waarheid. Waarheid die niets bewijst, maar alles onthult in één helder moment van onverdeelde aandacht.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.