
Er zijn meer dan tienduizend sutta’s. Bladzijden vol woorden, gesprekken, metaforen. De stem van de Boeddha, bewaard door tijd en toewijding. Een oceaan van onderricht, schijnbaar onmetelijk, voor wie zoekt naar kennis.
Maar wie stil wordt… wie luistert niet met het hoofd, maar met het hart… merkt dat de oceaan dezelfde smaak heeft in elke druppel: de smaak van bevrijding.
Want wat de Boeddha leerde, was geen veelheid van ideeën. Het was eenvoud—radicaal, zacht en helder:
Zie hoe alles ontstaat… en vergaat. Zie hoe gehechtheid lijden brengt. Zie hoe loslaten vrede brengt. Of het nu gaat over monniken of leken, over kosmologie of meditatie, over aandacht, wijsheid of liefdevolle vriendelijkheid—steeds wijst het naar dat ene: ontwaak.
Niet als iets dat bereikt moet worden, maar als een helder zien
van hoe het werkelijk is. Een ontwaken uit de droom van ‘ik’, ‘mij’ en ‘mijn’. Een ontwaken in het midden van wat verandert, zonder erin verstrikt te raken. Het is geen prestatie. Het is een ontwaken tot wat altijd al aanwezig was, maar vergeten werd.
In duizenden woorden, de weerklank van één uitnodiging. In duizenden sutta’s één pad—om zelf te bewandelen. Niet om te verzamelen, niet om te geloven, maar om te doorgronden. In dit moment. In deze adem. In dit zien.
Zoals de rivier haar bedding volgt naar de zee, zo stroomt de Dhamma naar stilte. En wie durft te rusten in niet-weten, vindt daar de essentie zonder resten van twijfel.
