OVER GEHECHTHEID…

In de sutta’s van de Pali-canon verwijst gehechtheid ((upādāna), naar het vastklampen aan dingen, ideeën of ervaringen vanuit een verlangen naar voldoening en controle. 

Upādāna is een van de centrale oorzaken van lijden (dukkha) en vormt een schakel in de keten van voorwaardelijk ontstaan (paṭicca-samuppāda), waarin het voortkomt uit verlangen (taṇhā) en leidt tot het ontstaan van bestaan (bhava). 

Gehechtheid manifesteert zich op verschillende niveaus, waaronder gehechtheid aan zintuiglijke genoegens (kāmupādāna), aan zienswijzen (diṭṭhi), aan rituelen en gebruiken (sīlabbata), en aan het idee van een blijvend zelf (attavāda).

De Boeddha onderwijst dat deze gehechtheden voortkomen uit onwetendheid (avijjā) over de ware aard van de werkelijkheid (yathā-bhūta), namelijk dat alles vergankelijk (anicca),onbevredigend (dukkha) en zonder een blijvend zelf (anattā) is. 

Door gehechtheid raken we verstrikt in een constante cyclus van verlangen, streven en teleurstelling, waarbij we ons identificeren met wat vergankelijk is en daardoor onvermijdelijk lijden ervaren. 

Het loslaten van gehechtheid is essentieel voor het bereiken van bevrijding (nibbāna), waarbij het verlangen naar en vastklampen aan het tijdelijke vervangen wordt door inzicht, gelijkmoedigheid en vrijheid van geest.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.