VERGANKELIJKHEID (ANICCA; ANITYA)

In zijn eerste voordracht in het Hertenpark van Sarnath zette de Boeddha het wiel van Dhamma in beweging met deze woorden:

❛ Alles wat onderhevig is aan ontstaan, is onderhevig aan vergaan.❜

De enige échte werkelijkheid is vergankelijkheid. Onbestendigheid. Anicca. De Boeddha zegt: observeer dit proces van ontstaan en vergaan van alle dingen. Kijk ernaar. Kijk aandachtig naar dit proces. Dit eeuwige proces waaraan alle verschijnselen onderhevig zijn. Altijd en overal.

Observeer deze permanente natuurwet van verandering, van mutatie. De jonge huid die veroudert. De geliefde stem die stilvalt. De bloem die openbloeit en verwelkt. De vreugde die opkomt en verdwijnt. De gedachte die verschijnt en oplost. De droom die vorm krijgt en vervaagt. Maar waar niets verloren gaat. Enkel wijzigt, permanent transformeert. Zelfs wat gisteren nog als ‘ik’ werd ervaren—een mening, een gevoel, een herinnering—is vandaag al iets anders geworden.

De vijf khandha’s (Skt. skandha’s) die we ‘persoon’ noemen zijn voortdurend in beweging: het lichaam verandert (rūpa), gewaarwordingen (vedanā) wisselen ,percepties (saññā) vervormen , mentale formaties (saṅkhāra; saṃskāra) komen op en vallen uiteen, en het bewustzijn (viññāṇa; vijñāna) dat dit alles draagt is nooit tweemaal hetzelfde .

Het oog ziet vormen die vergaan. Het oor hoort geluiden die verstommen. Geuren vervluchtigen, smaken vervagen, aanrakingen verdwijnen. De geest produceert beelden die komen en gaan. Elke zintuiglijke indruk is als een druppel regen op heet zand: even voelbaar, dan weg.

Ook emoties zijn vergankelijk: verlangen, woede, vreugde, angst—geen ervan is blijvend, hoe dwingend ze zich ook aandienen. Gezondheid vervalt. Kracht verdwijnt. Rollen veranderen: een kind wordt ouder, een geliefde wordt vreemdeling, bezit wordt last, status wordt stof. Zelfs onze naam zal op een dag vergeten worden.

Realiseer anicca in jezelf. Gelijkmoedig.

Observeer hoe de dingen ontstaan en vergaan. Maar identificeer je er niet mee. Laat de regen vallen zonder jezelf nat te verklaren. Laat de wind waaien zonder je te verliezen in de richting ervan. Ervaar de weidsheid waaruit ze opkomen, waarin ze bestaan en vergaan. Ervaar dit eeuwige Proces. Dhammo sanantano. Herken deze Tijdloze, Onbegrensde, Gelukzalige Ruimte. Acalam sukham.

Dan zal je dukkha beëindigen. Dan zal je het Ongeborene (ajāta) ervaren. En het Doodloze (amata; amṛta). Dan zal je naast de Boeddha lopen. Niet achter Hem. Maar naast Hem.

Als een buddhankura—een Boeddha-in-spe. Een embryonale Boeddha.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.